(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 39: ACTUALITEITEN

 

| 19-08-2016 | 17.45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 39: ACTUALITEITEN

 

strandplevierHet is tijd om in deze reeks de stand van zaken rond de (voorgenomen) verzilting van het Volkerak-Zoommeer toe te lichten. De afgelopen maanden komen er steeds meer berichten dat de financiering van het regionale deel, ruim honderd miljoen euro (NATTE 27) problemen geeft.

Op 8 juli verscheen het toetsingsadvies Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer van de Commissie voor de milieueffectrapportage inclusief een persbericht. “Het nieuwe rapport gaat uitgebreid in op de huidige toestand van de natuur en de effecten van de geplande maatregelen (namelijk het terugbrengen van eb en vloed in de Grevelingen en het zout maken van het Volkerak-Zoommeer). Uit het rapport blijkt dat sommige negatieve gevolgen voor de huidige natuur groter zijn dan eerder verwacht en dat de positieve gevolgen van het terugbrengen van eb en vloed in de Grevelingen en het zout maken van het Volkerak-Zoommeer nog onzeker zijn. De Commissie constateert dat sommige negatieve effecten in het nieuwe rapport mogelijk zijn onderschat. Ook landelijke natuurdoelstellingen voor enkele soorten komen in gevaar, bijvoorbeeld voor kustbroedvogels (bijvoorbeeld Strandplevier, grote stern en dwergstern) in de Grevelingen. De Commissie adviseert daarom eerst nader te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om natuurschade tegen te gaan en daarmee negatieve gevolgen voor de natuurdoelstellingen te voorkomen en daarna pas een besluit over de structuurvisie te nemen.” Kortom buiten het gebrek aan geld, is er alle reden om het plan op de zeer lange baan te schuiven. De kwaliteit van het water in het Volkerak-Zoommeer is al jaren aan het verbeteren en daarmee van zelfsprekend de natuurwaarden, zoals die nu door de Commissie zijn vastgesteld. In deze reeks werd daar eerder over geschreven

Vorige maand heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen voor het terugbrengen van het getij in het Grevelingenmeer. De Kamer heeft verder de beslissing over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer uitgesteld. Goed voor de natuur en het toerisme, zeggen voorstanders, maar boeren en tuinders zijn bang voor extra kweldruk langs het Grevelingenmeer en oplopende chloridegehaltes van het Volkerak-Zoommeer. In de Staat van Ons Water over 2015 is ten aanzien van de aanpak van de oplopende chloridegehaltes te lezen: 
“Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen
Nadat eerst een pilot in de Krammerjachtensluis was uitgevoerd, is Rijkswaterstaat in maart 2015 is gestart met het project Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen. Aanleiding vormt de vraag of de huidige zoet-zoutscheiding, die aan groot onderhoud toe is, kan worden vervangen door een innovatieve zoet-zoutscheiding. Dit innovatieve systeem gaat de uitwisseling van zoet en zout water tegen door het creëren van een fijn gordijn van luchtbelletjes, in combinatie met het spoelen met zoet water. Daarmee wordt verzilting van het Volkerak-Zoommeer tegengegaan. Het nieuwe systeem zorgt naar verwachting ook voor Pilot bellenscherm Krammersluis een aanzienlijk sneller schutproces en een forse besparing op beheer- en onderhoudskosten. De resultaten van de planuitwerking dienen als basis voor een definitief besluit in 2016. Daarna is duidelijk of kan worden gestart met de realisatie van de innovatieve zoet-zoutscheiding in alle Krammersluizen.” Ons Water heeft hier vaak over geschreven (het laatst in december 2015) en Ons Water zal de voortgang zeker volgen en zonodig zal Ons Water hierover bij de bestuurders aan de bel trekken. 

De plannenmakerij duurt al meer dan tien jaren. Met boeren en tuinders is in het verleden de afspraak gemaakt: eerst het zoet, dan het zout. De onzekerheid over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer duurt voort en dat is meer dan vervelend. Het wordt tijd dat de overheid bij zinnen komt en het project afblaast als volkomen overbodig en te risicovol. 

Voor Ons Water is helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com

Chris Ooms

 


OVER WATER – 53

 

| 13-08-2016 | 08.30 uur |


 


OVER WATER – 53

 

Goede voorbeelden
maaiselOnder het motto “Van Berm tot Bladzijde” hebben achttien partners (bedrijven en overheden) uit de regio Veluwe in mei dit jaar een biomassa-alliantie gevormd. Organisaties als het waterschap Vallei en Veluwe, Rijkswaterstaat en de gemeente Apeldoorn leveren maaisel aan, dat wordt ingekuild. NewFoss uit Uden heeft een techniek ontwikkeld waarmee het maaisel verwerkt kan worden tot lignocellulose vezels. Deze vezels kunnen worden verwerkt tot papier, karton en verpakkingsmateriaal. Papierfabriek Parenco gevestigd in Renkum start eind 2016 een proef om de vezels te gebruiken voor de papier- en kartonproductie. Dat moet in ons mooie Brabant toch ook kunnen!

Bergen op Zoom werkt aan een actieplan om de aanpak van de klimaatadaptatie en de hittestress samen met bewoners en bedrijven vorm te geven. Ik werk daar graag aan mee en speur stad en land af naar goede voorbeelden. Voor mij startte dit project met de eerste bijeenkomst over “water in de tuin”. Ik schreef er eerder over. In de speurtocht naar goede voorbeelden kwam ik een animatiefilmpje tegen van de stad Gent over klimaatadaptatie het bekijken zeker waard.

Een tweede inspirerend voorbeeld wat wij tegenkwamen was een actie bij onze zuiderburen in 2012 waar in 180 steden en dorpen clips werden opgenomen van een lied om burgers bewust te maken van de klimaatproblemen, waarvoor de wereld is gesteld. Wat mij betreft iets om ook in Bergen op Zoom en elders na te volgen. Ter inspiratie “Sing for the Climate”  en een compilatie van de 180 opnames.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 52

 

| 06-08-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 52 

 

bolle akkerEen boekwerkje dat ik gelezen heb is het maatregelenboek “optimalisatie bodem en water“, “praktische tips voor bodem en water in de agrarische bedrijfsvoering”, een uitgave van landbouw op peil. Hierin staan veel praktische suggesties voor maatregelen die agrariërs zelf kunnen treffen om de bedrijfsvoering, ook bij een veranderend klimaat, rendabel te houden. De suggesties zijn zowel gericht op water vasthouden, als op voorkoming van langdurig water op het land, van bolle (akker)percelen, grondverbetertechnieken tot drainage technieken, inclusief zaken als ‘boeren-berging’, grondwatergestuurd peilbeheer, egaliseren en vlaklegging, verbeteren bodembiologie, enzovoorts. Kortom voor iedere waterschapsbestuurder, die met landgebruikers als boeren wilt samenwerking om te komen tot een klimaatadaptief beleid, een boekwerkje dat je gelezen moet hebben.  

Deze week ook gelezen een boek met de fraaie titel “Ambtenaren!” met de subtitel: “200 jaar werken aan Nederland in 100 portretten”. Voor bestuurders van provincies, gemeenten en waterschappen het lezen waard. Water komt ruim aan bod. Ook de waterschappen zijn terug te vinden in de portretten. Twee wil ik in het bijzonder vermelden. Hendrik Jan Eggink met de titel: “Schoon water in onze sloten en beken”, en Jan Kienhuis met de titel: “Metamorfose van de waterschappen”. Het boek is een Sdu uitgave. 

Louis van der Kallen 

 


BUREAUCRATIE

 

| 31-07-2016 | 09.10 uur |


 


BUREAUCRATIE

 

800px-Procambarus_clarkii_01In over water 30 schreef ik uitgebreid over de Procambarus clarkii, de rode Amerikaanse rivierkreeft en eindigde het artikel met: “Het wordt tijd dat deze beestjes op de menukaart komen van ons mensen en van liefhebbers van kreeftenvlees in de natuur. Anders gaan ze, als hun verspreiding door gaat, uiteindelijk voor meer werk en kosten voor de waterschappen zorgen.”

In over water 44 berichtte ik het volgende: “het ministerie van Economische Zaken wil de vissers in Nederland de mogelijkheid geven om grootschalig en gericht op de smakelijke rivierkreeft te vissen.”

Het is dan van de gekke dat ik op 30 juli in BNdeStem moet lezen dat per 3 augustus de Reeuwijkse beroepsvisser moet stoppen met de vangst van deze rivierkreeftjes “door Europese wetgeving en traag draaiende ambtelijke molens in Den Haag”. Het ene ministerie geeft tonnen aan subsidie uit om vissers te stimuleren die ‘exoten’, die onze inheemse natuur verwoesten, te vangen en het ander ministerie, visser Hans van der Laan noemt het “Haagse pennenlikkers”, doet zijn werk niet en gaat vrolijk op vakantie terwijl regelgeving, die de vangst legaal moet maken, nog niet af is. Men heeft “anderhalf jaar de tijd” voor het maken van een beheerplan. Dus waarom haast maken lijkt het credo! En dat met een regering die claimt dat onnodig bedrijvigheid belemmerende regelgeving terug gedrongen moet worden. Nee, we importeren liever Chinese en Spaanse rivierkreeftjes. De   rode Amerikaanse rivierkreeftjes, die van der Laan vangt, eindigen in de beste restaurants en doen iets aan het overlast probleem van deze exoten.

Wie zit hier te suffen? Wie laat een kans lopen? Welk kamerlid is nog even niet met vakantie en gaat zijn werk doen? Wie zorgt dat het ‘beheerplan’ er als de donder komt? Wie geeft die pennenlikkers in Den Haag een schop onder de kont? En wie laat de verantwoordelijke minister spitsroeden lopen? Wie zorgt ervoor dat visser van der Laan en zijn collega’s gewoon hun werk kunnen blijven doen? Wie stopt onnodige import en doet echt iets voor het behoud van onze inheemse natuur?

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 51: KRW DOELSTELLINGEN

 

| 29-07-2016 | 10.40 uur |


 


OVER WATER – 51

 

KADERRICHTLIJN WATERDOELSTELLINGEN

 

Op 13 juni is er een onderzoeksrapport verschenen met de titel; “Zover het eigen instrumentarium reikt“. Het is een onderzoek naar de positie van de provincie Noord-Brabant en de Noord-Brabantse waterschappen bij de realisatie van de kaderrichtlijn waterdoelstellingen met bijzondere aandacht voor de omgevingswet. Het rapport is wat mij betreft nuttig voor iedere waterschap- of provinciebestuurder. Ik beveel dan ook aan dit rapport te lezen. Hierbij is het belangrijk te focussen op de eigen taak, maar ook op wat de mogelijkheden tot beïnvloeding zijn. Wat mij betreft hoort daar ook de vraag bij in hoeverre de kaderrichtlijnwater (KRW) technisch/financieel/economisch haalbaar is? En als het antwoord nee zou zijn, de vraag hoe en wanneer gaan we dit bestuurlijk in discussie brengen?

In de samenvattende pagina’s wordt op pagina 90 verwezen naar hoofdstuk V, waar is ingezoomd op de vraag of ten aanzien van het stikstofdossier een op slot risico kan bestaan of ontstaan bij vergunningverlening of het vaststellen van maatwerkvoorschriften. Wat betreft de vergunningverlening is geconstateerd dat voor de landbouw de mestverwerkinginstallaties onder de vergunningsplicht vallen. De stikstofproblematiek, voor zover afkomstig uit de landbouw, wordt voornamelijk veroorzaakt door niet-vergunningsplichtige activiteiten die algemeen gereguleerd worden. Omdat de provincie en waterschappen ten aanzien van deze activiteiten geen ‘go of no-go-beslissing’ kunnen nemen, zal zich ten aanzien van deze activiteiten in beginsel geen ‘op slot-risico’ voordoen. 

Wat mij het meest verontrust is de volgende passage (pagina 90) : “Met name een vergunning voor een bestaande activiteit (vanwege het verlopen van de huidige vergunning) waarbij een belasting wordt toegelaten die boven de in het waterplan voor het waterlichaam verankerde stikstofwaarde is gelegen, kan een probleem vormen wanneer de kwaliteit van het oppervlaktewater onvoldoende is en niet kan worden aangetoond dat de betreffende waarde en daarmee de vereiste fysisch chemische kwaliteit wel gehaald zal gaan worden.. In een dergelijk geval is verdedigbaar dat de vergunningverlening het realiseren van de KRW doelstelling in de weg kan staan, waarmee vervolgens verdedigbaar is dat de vergunning moet worden geweigerd. Er is in derhalve wel sprake van een ‘op slot-risico’, vooral omdat er in bepaalde waterschappen inderdaad vergunningen zijn en worden afgegeven die lozingen toestaan die leiden tot stikstofconcentraties die substantieel boven de KRW stikstofwaarde van de betreffende waterlichamen liggen”. Een ‘op slot-risico’ voor een bestaande activiteit kan enorme gevolgen hebben ook op de werkgelegenheid! Gecombineerd met de PAS doelstellingen/maatregelen (ik schreef daar eerder op 22 maart over) liggen hier reële risico’s voor economische schades als er te weinig invulling wordt gegeven aan de KRW doelstellingen en de terugdringing van de huidige stikstofbelasting van het milieu. Wel zal, meer dan tot nu toe, naar de haalbaarheid van de doelstellingen gekeken moeten worden. Niets is meer frustrerend dan veel geld uitgeven en de doelstellingen niet te kunnen halen. Vooral het one out, all out is in mijn visie een groot obstakel, waar wat mij betreft de bestuurlijke discussie snel over moet starten om de doelstellingen eventueel aan te passen en het draagvlak voor maatregelen en investeringen te vergroten.

26 juli
In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met als belangrijkste agendapunt: sturen op hoofdlijnen. Hierbij is gekeken naar hoe de huidige wijze van agenderen van de algemeen bestuursvergadering zou kunnen veranderen om meer op hoofdlijnen te gaan besturen. Tevens werden de laatste algemene beschouwingen geëvalueerd.  

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 50: REBOOT 2020

 

| 23-07-2016 | 10.20 uur |


 


OVER WATER – 50 

 

15 juli
futureIn de middag naar de afscheidsreceptie van wethouder Bons van Halderberge met een lezing van trendwatcher Sander Duivestein onder de titel “Reboot 2020, the future is now”. Hij stelde dat: ‘wij allemaal geïnteresseerd zijn in de toekomst omdat wij daarin zullen leven’. Hij constateerde een versnelde verandering. Als voorbeeld verwees hij naar Pokémon Go dat in een week tijd meer dan vijftig miljoen spelers kende. De reactie van veel bedrijven op die ‘versnellende verandering’ was dat zij proberen het probleem in stand te houden, waarvoor zij eens de oplossing waren. Hij constateerde dat de gemiddelde levensduur van bedrijven radicaal omlaag aan het gaan was en dat dit proces nog veel verder zou gaan. “Wij moeten aan de slag om de nieuwe technologie te omarmen” was een soort van mantra. Ik constateerde dat de woorden “Wij moeten” in zijn lezing meer dan twintig keer door hem uitgesproken werden. Zelf ben ik niet zo voor ‘wij moeten’. We zijn mensen. Denkende wezens met een eigen wil. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef ik er over hoe in het verleden technologische veranderingen de levenskwaliteit van grote groepen mensen radicaal verslechterde. En dat slechts kleine aantallen er in eerste instantie rijker van werden. Ik schreef toen ook een partij programma over hoe de politiek daarmee om zou kunnen gaan. Data waren in zijn beleving “de nieuwe olie”. “Privacy de nieuw atoombom”. Hij stelde ons als toehoorders de vraag: “zijn we niet allemaal een beetje voor God aan het spelen?”. “We moeten wel”, was zijn benadering. Techniek is in zijn beleving bedoelt om ons te helpen, maar we vinden het lastig. Het laatste deel van die stelling onderschrijf ik. Maar ik vind het niet alleen lastig, ik vraag mij zelf ook vaak af: wil ik dit wel? Ondanks zijn interessante lezing en zijn “we moeten” mantra, zie ik tal van voorbeelden dat veel van die vernieuwingen gepaard gaan met vernielingen van menselijke leefsferen en helaas slechts enkelen er echt beter van worden. Ik denk dat veel van de huidige maatschappelijke problemen voortkomen uit de te hoge snelheid van de (technologische) veranderingen. En dat, net als ten tijden van de mechanisatie, er grote groepen mensen zijn die er in kwaliteit van leven niet op vooruitgaan en soms zelfs aan de zelfkant van het leven terecht komen. Wat mij betreft moeten we niks en is het aan ons en de door ons gekozen politici om te bepalen wat we willen. Hoewel ik mijn hele werkzame leven heb gewerkt in research en development en zelf heb meegewerkt aan wat genoemd wordt de technische vooruitgang (inclusief als uitvinder een patent op mijn naam), heb ik ook gezien wat technologische vernieuwingen kunnen aanrichten op het vlak van natuur, cultuur en menselijke waarden.  Ik blijf vraagtekens zetten en mij afvragen wie wordt hier beter van? Wij moeten niets. Wij, mensen willen onze toekomst zelf kunnen blijven bepalen. 

Als een wethouder afscheid neemt, bevatten de veelal vriendelijke woorden, uitgesproken door de burgemeester en de fractievoorzitter van de scheidende wethouder, altijd wat de goede man of vrouw als wethouder allemaal gepresteerd heeft. Zo ook bij wethouder Bons. Zijn prestaties in de financieel moeilijke jaren na het begin van de crisis waren onder andere nieuwe wegen, nieuwe onderwijshuisvesting en nieuwe buitensportfaciliteiten. Vast allemaal goede zaken voor Halderberge. Maar wat er aan ontbreekt is welke schulden voor die projecten allemaal zijn aangegaan en het feit dat de gemeentelijke begrotingen voor de komende dertig door al die mooie zaken, door afschrijvingen, voor miljoenen zullen worden belast. Het rare is, je krijgt lof voor de materiele zaken die zijn gebouwd maar de gemeenteraad, je opvolgers en de burgers moeten er de komende tientallen jaren voor betalen en daar krijgen ze vast geen lof voor bij hun vertrek. Voordat de lezer denkt dat ik een hekel aan wethouder Bons zou hebben gehad, wil ik stellen dat ik Peter Bons heb mogen ervaren als een buitengewoon hard werkende wethouder met hart voor zijn gemeente en de taken waarvoor hij gesteld werd. Hij verdiende dan ook de vele complimenten die hem werden toegezwaaid. Maar soms ben ik gewoon een zeurpiet, die de puntjes op de i wil zetten om bestuurders er van bewust te maken dat niet alles even zichtbaar is voor een gewone burger en dat alles wat een gemeente, waterschap of provincie realiseert soms vele tientallen jaren later nog steeds geld kost. 

Soms doe je als receptiebezoeker nog een leermoment op. Als bestuurder moet je soms prioriteiten stellen en kijk je hoe je een bezoek, zoals aan een receptie van een collega bestuurder, het beste kan plannen. In de uitnodiging voor de receptie van Peter Bons stond dat de receptie zou duren van 13.00 uur tot 16.00 uur en dat tussen 13.30 en 14.15 uur er op verzoek van Peter Bons een lezing zou zijn van trendwatcher Sander Duivestein. Als nietsvermoedende receptieganger denk je dan: ik ga vroeg, schud Peter de hand en bedank hem voor de goede samenwerking, overhandig een presentje en geniet van de lezing en kan ik om 14.30 uur  met goed fatsoen weer richting een andere afspraak.  Niets bleek minder waar. De receptie begon niet, zoals op de uitnodiging stond, om 13.00 uur. Dat was de inloop. De persoon, waar het bij zo’n gelegenheid allemaal omdraait, zat nog aan de lunch met het college van B&W. Toen hij binnen kwam begon gelijk de lezing. Die begon redelijk op tijd. Maar wat direct daarna volgde waren alle warme woorden en na die lofuitingen het nawoord van de vertrekkende wethouder. Tijdens die toespraken kan ik natuurlijk niet aan de kuierlatten trekken. Zeker niet als ik vooraan ben gaan zitten in de verwachting dat ik direct na de lezing Peter alsnog de hand kan schudden en dan gelijk kan vertrekken. Het werd 15.25 uur voordat de toespraken waren afgelopen en ik Peter als eerste kon bedanken en hem het beste voor de toekomst toe kon wensen. Ik was meer dan een uur later dan ik gepland had weer bij mijn auto. Wat heb ik er van geleerd en mogelijk u ook? Bij weinig tijd, ga op het einde van een dergelijke bijeenkomst. Tien voor vier had me een stuk minder tijd gekost. Ik had dan wel een mooie inspirerende lezing gemist.   

19 juli
In de morgen DB vergadering met onder andere de agendapunten: een aanvullend uitvoeringskrediet voor de renovatie van rioolgemalen, een uitvoeringskrediet voor de instandhouding van afvalwatertransportleidingen, het afvalwaterakkoord met de gemeente Bergen op Zoom, een uitvoeringskrediet voor het aanpassen en optimaliseren van gemalen en stuwen en de verlichting van sluiscomplexen en het ontwerp projectplan uitbreiding waterberging sportpark Fijnaart fase 2. 

In de middag een portefeuillehouderoverleg over de plannen van Waalwijk voor de realisering van een nieuwe haven.

20 juli
beeld den boschOp deze warmste 20 juli ooit moest ik op het heetst van de dag naar ‘s-Hertogenbosch voor de bestuurlijke begeleidingsgroep A58. Gezien de hitte besloot ik geheel tegen mijn gewoonte te parkeren in een parkeergarage nabij het kantoor van Rijkswaterstaat (ik vermijd dit soort plaatsen vanwege de slechte luchtkwaliteit en omdat ik de parkeerplaatsen in de regel te krap vind voor mijn matige parkeerkwaliteiten) . Daardoor kwam ik bij mijn wandeling van het kantoor van RWS op het Anne Frankplein wel twee prachtige beelden tegen van Fernando Sánchez Castillo, met de tekst; “Fundido con cañones tomados al enemigo en la guerra de Africa en 1860” (gegoten met kanonnen afkomstig van de vijand in de oorlog in Afrika in 1860). Ik kon geen uitleg van de beelden vinden maar voor mij betekende de beelden dat oorlog zelfs de krijgshaftige leeuwen hun stoerheid ontneemt en de leegheid van heldendom en stoerheid etaleert.

In de bijeenkomst werden een aantal zaken die de aanpak van de A58 betreffen gepresenteerd. Ik ben heel tevreden met het gegeven dat het knooppunt Sint Annabosch circulair ontworpen gaat worden. Ook bleek dat mijn oorspronkelijke gedachte (op basis van de stukken), dat er weinig ruimte zou zijn voor meer dan alleen de verkeerskundige verbetering, niet terecht. Met name de koppeling met de innovatieve opgave geeft mij moed dat er ook voor een combinatie van opgaven (klimaatadaptatie, geluid, fijnstof, EVZ’s, beekdalen) ruimte kan zijn. Zelf opperde ik dat gekeken zou kunnen worden naar de toepassing van ‘begroeid beton’ ik schreef er eerder over

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 49

 

| 16-07-2016 | 12.30 uur |


 


OVER WATER – 49 

 

12 juli
stuwEen bijeenkomst met het voltallige college van Breda over waterzaken, zoals de discussienota’s Zoete Delta en het Bredaas waterkompas en de plannen voor het voormalig CSM-terrein, Corbion en Emer-zuid. In het gesprek heb ik de leden van het college van B&W onder andere gewezen op de watergerelateerde mogelijkheden, die hun rijke cultuurbezit en de vestingrelicten van Breda bieden en op de kansen voor Breda voortkomend uit de provinciale plannen ten aanzien van de Zuiderwaterlinie.

Later op de middag een gesprek met twee ambtenaren van Rijkswaterstaat over het project A27 Houten-Hooipolder.

13 juli
In de morgen een presentatie van Victor Witter over de dijkverbeteringen van 1953 tot heden.

Aan het begin van de avond een coalitieoverleg over de agendapunten van het AB. Daarna het AB met als hoogtepunt de Kadernota 2017 – 2020. De schriftelijke inbreng in van de fractie Ons Water/Waterbreed was:

De fractie Ons Water / Waterbreed heeft de Kadernota 2017-2026 met genoegen gelezen en bediscussieerd. We willen het DB en de organisatie bedanken voor hun inzet en betrokkenheid die hebben geleid tot een goed leesbaar document van hoge kwaliteit. Het voeren van ‘Koersvast en financieel bestendig’ beleid wordt door onze fractie ten volle onderschreven. We kijken met een positief gevoel terug op de rol die we als AB ‘aan de voorkant’ hebben kunnen vervullen. Onze inbreng tijdens de beeldvormende en oordeelvormende sessies zien we terug in de Kadernota. Daarmee vormt deze Kadernota een goed voorbeeld van de manier waarop het AB proactief en op hoofdlijnen sturing kan geven.

Financieel bestendig
In de algemene beschouwingen van 2014 en 2015 heeft onze fractie nadrukkelijk aandacht gevraagd voor duurzaam financieel beleid. Het doet ons dan ook deugd dat dit een belangrijk onderdeel vormt van de Kadernota 2017-2026. We zetten hiermee een belangrijke stap in de zoektocht naar evenwicht in het spanningsveld tussen Opgaven – Schulden – Tarieven.

Tarieven
De geschetste ontwikkeling van de tarieven is aanvaardbaar en pakt voor de meeste voorbeeldaanslagen gunstiger uit dan in de vorige Kadernota. Het is een goede keuze de nog niet gereserveerde incidentele baten in te zetten om de tarieven op een aanvaardbaar niveau te houden.

Schulden
De groei van de schuldpositie wordt ten opzichte van voorgaande jaren getemperd. Van de onderzochte varianten komt het verhogen van de activeringsgrens in combinatie met het naar de exploitatie brengen van de bouwrente als beste uit de bus. Onze fractie kan instemmen met de voorkeursvariant. We vragen wel opnieuw aandacht voor de absolute schuldpositie, naast het algemeen geaccepteerde kengetal netto schuldquote.

Opgaven
De fractie Ons Water / Waterbreed wil geen concessies doen aan de wijze waarop ons waterschap haar kerntaken vervult. Veiligheid heeft de hoogste prioriteit en het bestaande niveau voor het watersysteem, de zuiveringstaak en de dienstverlening wordt gehandhaafd. Het investeringsvolume is niet neerwaarts aangepast en daar kunnen wij mee instemmen. Mogelijk moeten wel scherpe keuzes gemaakt worden over welke investeringen we prioriteit geven om ons beleid daadwerkelijk koersvast te kunnen noemen.

Koersvast
Ons Water / Waterbreed is voorstander van het voortzetten van het beleid zoals dat is opgenomen in het bestuursakkoord en het Waterbeheerplan 2016-2021. We zijn goed op weg, maar er moet ook nog veel gebeuren. Het AB heeft een aantal aandachtspunten meegegeven die in de Kadernota zijn verwerkt. Onze fractie merkt daarover het volgende op.

Waterkwaliteit
Om de waterkwaliteit verder te verbeteren, vragen we het DB eerst intern te kijken en te onderzoeken of verbeteringen aan de RWZI’s mogelijk zijn. De werking van onze zuiveringen is vaak nog gebaseerd op traditionele technieken die al decennia in gebruik zijn. Het toepassen van nieuwe technieken, zoals het Fuzzy Filter, kan een belangrijke bijdrage leveren aan de waterkwaliteit. De drie RWZI’s die nu worden aangepakt zijn een goede eerste stap. De waterkwaliteit wordt ook beïnvloed door het doen en laten van anderen. We vragen het DB richting deze partijen als volgt te handelen: de koplopers worden gehuldigd (bonus), het peloton wordt gemotiveerd (stimulerende middelen) en de gelosten worden uit de koers gehaald (handhaving).

Medicijnresten
Die stimulerende middelen mogen uiteraard niet in het oppervlaktewater terecht komen. Naar verwachting groeit het probleem van medicijnresten en we ondersteunen de proactieve en actieve houding die in de Kadernota wordt voorgesteld. De inzet van ons waterschap moet wel zijn dat de kosten gedragen worden door de degene die het probleem veroorzaakt: ‘de vervuiler betaalt’.

Beregeningsbeleid
Het beregeningsbeleid staat op hoofdlijnen vast. Waar de betrokkenen vragen om maatwerk, moet ons waterschap bereid zijn dat te leveren. Het mag in het algemeen niet zo zijn dat ondernemers door regelgeving belemmerd worden in hun bedrijfsvoering, als deze regelgeving op dat moment en op die locatie geen bijdrage levert aan nagestreefde doelen. We roepen het DB op het overleg met gebiedspartijen over het beregeningsbeleid voort te zetten en maatwerk te leveren waar dat kan.

Impact klimaatverandering
zware regenOnze grootste zorg is de klimaatverandering en de gevolgen die dit heeft voor ons waterschap. We zijn er als waterschap voor verantwoordelijk dat de risico’s op wateroverlast beperkt blijven, volgens de regels die in de provinciale verordening en in de peilbesluiten zijn vastgelegd. De stelling dat onze verwachtingen gebaseerd zijn op een actueel scenario, lijkt te worden ingehaald door de werkelijkheid. In 2015 is op diverse plaatsen in ons werkgebied grote schade ontstaan door wateroverlast. De extreme neerslag medio juni 2016 is aan ons voorbij gegaan, maar in Oost-Brabant en Limburg is de gewasschade niet te overzien en dreigt faillissement voor gedreven agrarische ondernemers. Hoewel we nog steeds spreken over incidenten, doen deze extreme situaties zich steeds vaker en heftiger voor.  Wat kan ons waterschap doen om in te spelen op zware buien die in korte tijd veel neerslag geven? Het is een algemene denklijn dat we vanwege de hoge kosten het watersysteem niet in kunnen richten, zodanig dat het bestand is tegen deze extremen. Onze fractie wil niet direct deze denklijn ter discussie stellen, maar vraagt het DB wel om een nadere kwantitatieve onderbouwing hiervan.  Deze gegevens kunnen het DB en het AB ondersteunen bij het prioriteren van investeringen. Scherpe keuzes kunnen noodzakelijk zijn om ons watersysteem robuuster te maken. In de Kadernota wordt geraamd dat de netto lasten voor het watersysteem in 2017 en 2018 met 7%, respectievelijk 6% stijgen. Daarna vlakt de stijging sterk af naar gemiddeld 2% in de periode 2020-2026. Onze fractie vraagt zich af of dat wel voldoende is, gezien de grote uitdagingen waar we voor staan. We hebben vertrouwen in de watergebiedprogramma’s, waar samen met gebiedspartners wateropgaven gerealiseerd worden. We weten dat er gesprekken gevoerd worden met gebiedspartners, onder andere in de vorm van de sterk door ons bepleite huiskameroverleggen. De uitwerking van de vangst van deze bijeenkomsten tot concrete maatregelen in het veld mag niet lang op zich laten wachten. We roepen het DB op de kennis en ideeën van inwoners, agrariërs en gebiedspartijen actief te ontsluiten en in te zetten voor het robuuster maken van het watersysteem. Vaak kan met een beperkte financiële inzet tot een verbetering van het watersysteem gekomen worden. Die kansen mogen we niet laten liggen! Ook het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer kan een bijdrage leveren. We vragen het DB op korte termijn met de provincie en andere waterschappen tot afspraken te komen over extreme neerslagsituaties, die buiten de bestaand normen voor de aanpak van wateroverlast vallen. We worden hier als AB graag over geïnformeerd. Twee mogelijke maatregelen die schade door extreme neerslag kunnen beperken willen we met name noemen. Ten eerste het inzetten van vaak lager gelegen natuurgebieden voor het tijdelijk bergen van water. De inzet van natuurgebieden voor dit doel vermindert de economische schade en past in het streven naar multifunctioneel gebruik van gronden. Onze fractie roept het DB op deze maatregel waar mogelijk op te nemen in de watergebiedprogramma’s. Ten tweede kan in het maaibeleid een slag gemaakt worden, door dit in overleg met de grondeigenaren efficiënt en effectief uit te voeren. De afvoercapaciteit van watergangen moet jaarrond op orde zijn en het slootvuil moet op een goede manier verwerkt kunnen worden.

Tot slot
Onze fractie kan instemmen met de Kadernota 2017-2026. Dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen. Ons mooie waterschapswerk vraagt voortdurend aandacht en is nooit klaar!”

Onze bijdrage aan het mondelinge debat was:

De fractie Ons Water / Waterbreed bespeurt in de algemene beschouwingen van onze collega fracties een grote mate van eensgezindheid. We waarderen het dat we er als bestuur, samen met onze medewerkers, de schouders onder willen zetten. In deze eerste termijn brengen we kort een aantal speerpunten naar voren.

Wateroverlast
Eén van onze kerntaken is voldoende water, niet te veel en niet te weinig, van goede kwaliteit. We hebben de afgelopen weken de rampzalige gevolgen van extreme neerslag in het zuidoosten van ons land kunnen zien. In ons werkgebied zijn we er relatief goed vanaf gekomen. Dit keer wel. De inspreker heeft ons laten zien dat ook in ons werkgebied niet iedereen droge voeten heeft. We weten inmiddels dat deze ‘incidenten’ regelmatig terug zullen keren en feitelijk geen incidenten meer zijn. U deelt onze zorg en werkt aan een strategie rond extreme neerslag. We horen graag van u wanneer u deze strategie met het AB kunt delen.

Kosten robuuster watersysteem
We hebben u gevraagd te kwantificeren wat het betekent het watersysteem robuuster te maken. Hierop hebben we in uw schriftelijke reactie nog geen antwoord mogen ontvangen. Dit is naar onze mening wel noodzakelijk, omdat we niet per se het uitgangspunt kiezen dat ‘aanpassen van het watersysteem onbetaalbaar is’. Op basis van feiten en cijfers willen we weloverwogen keuzes kunnen maken, om ook in de toekomst aan de normen te kunnen blijven voldoen.

Natuurgebieden als waterberging
Eén van de keuzes die we in ieder geval willen maken, is het multifunctioneel inzetten van gronden om schade door wateroverlast te beperken. Voor het bergen van water in natuurgebieden moet wat ons betreft het ‘ja, tenzij’ principe gelden. Dat betekent dat de natuurgronden, die de laagste economische waarde hebben, altijd worden ingezet voor waterberging als gronden met een andere functie, dat kan zijn stedelijk of agrarisch, daar profijt van hebben.

Maaibeleid
We zijn er van overtuigd dat in de werkzaamheden in het veld nog winst te behalen valt, om de afvoercapaciteit van het watersysteem te verbeteren. Er moet op tijd en goed gemaaid worden. Als de Flora en Faunawet een belemmering vormt om tijdig te maaien, moet een ontheffing aangevraagd worden. Uitstellen van werkzaamheden mag geen automatisme zijn, er moet per gebied maatwerk geleverd worden dat leidt tot het juiste evenwicht tussen de waterafvoerende functie van een watergang en de ecologische waarde. Ecologisch maaibeheer kan naar onze mening alleen worden toegepast als dat geen negatieve invloed heeft op de afvoercapaciteit. Daarbij moet niet alleen naar de theoretische normen worden gekeken, maar juist naar de praktische situatie. We roepen het DB op hierover in overleg te gaan met aanliggende grondeigenaren. Terecht merkt u op dat in het werkgebied veel kennis en ervaring voorhanden is, die benut moet worden.

Peilbesluiten
We merken in enkele gebieden dat de peilbesluiten niet meer aansluiten bij de praktijk. Dat wordt bijvoorbeeld in gebieden rond Sprang-Capelle / Waalwijk en Hoeven veroorzaakt door bodemdaling. We vragen het DB om een overzicht van de verschillende peilbesluiten met de datum waarop deze volgens planning herzien zullen worden. Daarnaast vragen we het DB om een quick-scan van de peilbesluiten om te bepalen of het voor bepaalde gebieden noodzakelijk is het herzien van de peilbesluiten naar voren te halen.

Waterkwaliteit
We hebben in de algemene beschouwingen onze zorg uitgesproken over de waterkwaliteit. Deze zorg lijkt door ons allen gedeeld te worden. Er zijn al veel inspanningen gepleegd en we zijn op de goede weg. Een tandje erbij mag, zowel binnen het waterschap als richting andere partijen, maar niet door extra wet- en regelgeving bovenop de nationale wetgeving. Terecht geeft u aan dat sprake moet zijn van een gelijk speelveld. We vragen het DB in te blijven zetten op het belonen van de voorlopers. Goed voorbeeld doet immers volgen en dat brengt de grote middengroep op een hoger niveau. Handhaving van bestaande wet- en regelgeving moet er voor zorgen dat de rotte appels uit de mand gehaald worden. De goeden mogen niet onder de kwaden leiden.

De fractie ging akkoord met de kadernota 2017 – 2020.

14 juli
In de morgen een fotosessie met het team Dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak

suikerunieIn de middag het symposium “Samen duurzaam vooruit” bij de Suikerunie in Stampersgat.

Met een keur van sprekers. Voor mij opvalt waren Marco Waas van Akzo-Nobel die voorbeelden liet zien dat landbouwproducten heel goed verwerkt kunnen worden in chemische producten. Dit leidde wel tot enige discussie over ‘voedsel’ in de chemie. Als of dat iets nieuws zou zijn. Al honderden jaren worden ‘voedsel producten’ als visolie, lijnzaadolie, sojaolie en zonnebloemolie gebruikt om verven van te maken. Ik vind het keer op keer bijzonder dat biobased wordt gebracht als iets nieuws. Vroeger waren alle verpakkingsmiddelen en kleding gemaakt van natuurproducten dus biobased. De economie was dus biobased. Zoals wel vaker, we geven het een nieuwe naam en we doen er ‘duur’ mee. Een andere opvallende spreker was voor mij Joris Baecke. Hij was degene die het belang van water benoemde. De opmerking die mij het meest aan het nadenken zette kwam van Taco Kingma van Friesland Campina. De gemiddelde leeftijd van boeren in de wereld zou, volgens hem, 56 jaar zijn. In Japan zelfs 65 jaar. Als dat werkelijk zo is, vind ik dat buitengewoon zorgelijk. Het boerenleven, het produceren van voedsel, moet wel aantrekkelijk blijven voor jongeren. 

In de avond een buurtbijeenkomst in Bergen op Zoom over de herinrichting van drie straten en de aandacht voor waterberging., waarbij getracht gaat worden bewoners te verleiden hun tuinen, die vanwege te vervangen leidingen overhoop gehaald worden, bij het opnieuw inrichten deze te vergroenen en minder te verharden.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 48: VITAAL LEISURE LANDSCHAP

 

| 09-07-2016 | 12.20 uur |


 


OVER WATER – 48

 

4 juli
tekst brug BredaIn de middag de (vaar)excursie door Breda met bijzondere aandacht voor de wijze waarop Breda de retentieopgave van 13.000 kubieke meter denkt vorm te geven en voor de discussienota Zoete Delta van de gemeente Breda. graffiti BredaHet geschouwde gebied betreft het voormalig CSM-terrein, Corbion en Emer-zuid. Vanaf het water werd het gebied bekeken en besproken. Zelf vind ik de discussienota een goed stuk. Het is alleen jammer dat in de nota vrijwel niet wordt ingegaan op de kansen en mogelijkheden die het rijke cultuurbezit en de vesting relicten van Breda bieden. singel 2 BredaDe recente provinciale plannen ten aanzien van de Zuiderwaterlinie (ik schreef er eerder over) worden ook niet vermeld noch betrokken bij de Bredase plannen. In mijn ogen een gemiste kans. Tijdens de vaartocht kregen de DB leden een deskundige en enthousiaste toelichting van een stedenbouwkundig ontwerper van Breda. singel 1 BredaZo’n blik vanaf het water laat je soms dingen zien die voor de wandelaar onzichtbaar blijven, zoals deze in beton gegoten tekst in een muur onder een brug. “Ineens is er dit brede contact met dingen waarvan wij niet wisten dat ze zo koninklijk zijn en altijd al in en buiten ons hebben bestaan”. Ook is Breda rijk aan graffitikunst die het bekijken waard is. 

5 juli
DB vergadering met onder andere de agendapunten: de lange termijnagenda, een rapport “Zover het eigen instrumentarium reikt” van de universiteiten van Utrecht en Tilburg over de KRW en de Omgevingswet, de begroting 2017 van de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbeheer en de overdracht van het beheer en eigendom waterstaatswerken van Rijkswaterstaat.

7 juli
leisure Esbeek
In de morgen de stuurgroep vitaal leisure landschap te Esbeek met als belangrijkste agendapunt de vaststelling van het “Plan Vitaal Leisure Landschap 2017-2020 voor de regio Hart van Brabant”. Wat ik in het plan mooi vind is de doelstelling stedelingen (Tilburgers) een gevoel van trots bij te brengen op hun achtertuin (de mooie landschappelijke omgeving van Tilburg). Het mooiste en slimste project is de afspraak tussen de deelnemende gemeenten de bermen van fietspaden in te zaaien met een bloemrijk zaadmengsel. Het doel is dat deze dan in een korte duidbare periode bloeien van bijvoorbeeld een maand, zodat ze de Betuwe naar de kroon steken. De Betuwe trekt veel toeristen en recreanten die jaarlijks naar de bloeiende boomgaarden komen kijken. Het zou prachtig zijn als toeristen, na realisering van dit project, naar de regio Hart van Brabant komen omdat het zo mooi fietsen is tussen de bloemen. Bij echte uitvoering kan het een icoonproject worden dat iets herkenbaars geeft aan de regio. Zelf heb ik hier wel een punt ter overdenking gegeven. Bijen en andere insecten hebben het hele jaar voedsel nodig. En ook voor de insecten etende vogels, die een broedsel hebben, is het van belang dat in de gehele broed- en opgroeiperiode er voldoende insecten zijn om te eten. Wat mij betreft iets om na te volgen in onze regio. Natuurlijk wel met een andere bloeiperiode. Dan vissen we niet in precies dezelfde markt. 

beeld VerhoevenMet tijd over tussen twee vergaderingen, maakte ik een wandeling door Esbeek en constateerde dat dit dorp een Rotterdam connectie heeft. Met een expositie en wandelroute van Andreas Schotel. Bijgaand een foto van een beeld van Hannes Verhoeven van een boer en boerin waar Andreas Schotel regelmatig verbleef met een ‘modern’ kind op de plek waar de stoomtram stopte in de tijd van Schotels verblijf in Esbeek als verbinding van het dorp met de stad van Schotel.

In de middag de RRO vergadering Hart van Brabant in Goirle en in de avond de fractievergadering van Ons Water/West-Brabant Waterbreed. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 47

 

| 02-07-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 47

 

28 juni
In de morgen een heisessie met onder andere individueel en groepsonderzoek (kleurentest) door My Motivation Insights naar onze drijfveren. Mooi om te ontdekken wat je eigen drijfveren zijn en hoe die passen in het team waarin je functioneert.

gea 04

kwalitatieve nieuwbouw aan het water gemeente Geertruidenberg

In de avond een informatieavond over het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/ Amertak waar ik de opening verrichtte en voorkwam in een vertoond filmpje over het project. Er was een mooie opkomst en goede indringende discussies over het project, het water en dijkbeheer in de directe omgeving. Als waterschap proberen we nadrukkelijk de burgers en bedrijven te betrekken bij het project en hun ideeën voor het project en mogelijke meekoppelkansen (werk met werk maken) te inventariseren en in het project proberen te passen. Hierbij moet niet uit het oog verloren worden dat het waterschap in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de waterveiligheid en voor andere zaken mogelijk andere overheden of bedrijven betrokken moeten worden. Voor meer informatie kijk eens op de waterschapspagina over dit project.

29 juni
In de morgen een werksessie in het kader van het project “water in de tuin” waar centraal stond een voorbeeld project uit te voeren in drie her in te richten straten in Bergen op Zoom.

In de middag de laatste bestuursvergadering van het Regionaal Archief West-Brabant. Per 1 juli treden er een aantal nieuwe gemeenten toe tot deze organisatie en is het waterschap uitgetreden. Ons waterschap heeft nu al haar archieven en dat van al haar rechtsvoorgangers ondergebracht in haar eigen archiefruimte in Bouvigne. Als trotse vader van de co-auteur Alexander van der Kallen van het boek “Opgravingen in Bergen op Zoom” heb ik bij die gelegenheid de collega bestuursleden en de directeur en de notulist een exemplaar uitgereikt van het boek.

30 juni

In de middag het bestuurlijk overleg inzake het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak met de wethouders van de betrokken gemeenten en een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat over de voortgang en planning van het project.

Louis van der Kallen 

 


MINISTER SCHUIFT PROBLEMEN ZOETWATERVOORZIENING VOOR ZICH UIT

 

| 27-06-2016 | 20.35 uur |


 

MINISTER SCHUIFT PROBLEMEN ZOETWATERVOORZIENING VOOR ZICH UIT

 

Nieuwe Waterweg_Stormvloedkering (1)Minder dan een tienduizendste van al het water op aarde is zoet oppervlaktewater. Van dit water in rivieren en meren is veel leven en welvaart afhankelijk.  Niets is waardevoller dan de kwaliteit, behoud en toename van dit milieu.  Vanwege de aanvoer van zoet water, in combinatie met voedselrijkdom, leeft een groot deel van de wereldbevolking in de delta’s. In Nederland worden zoetwatertekorten en verzilting problematisch.  De Adviesgroep Borm & Huijgens verklaart hoe men in hemelsnaam in de delta van de grote rivieren last krijgt van zoetwaterschaarste.

Door afname van de minimum zomerafvoeren wordt West-Europa steeds meer afhankelijk van de zoetwatervoorraden. Dat zijn voor ons de stuwmeren in de Alpen, het IJsselmeer en de zoete Zeeuwse en Zuid-Hollandse meren, voor zover deze bekkens aanwezig zijn en er nog zullen komen. Het is van groot belang deze opties te behouden. Het Deltaplan beoogde daarom niet alleen waterveiligheid door kustlijnverkorting, maar ook  zoetwatervoorziening door middel van een zoet zuidwestelijk merengebied. Met het afdammen van zeegaten kwam de zee weer aan de kust te liggen en kon zoet water voor de landbouw en industrie blijvend gegarandeerd worden.

Maar het liep totaal anders. De Oosterschelde werd niet zoet. De brakwaternatuur die men er met een stormvloedkering in stand dacht te houden verdween en alles is er nu volledig zeewater. Bij de Grevelingen, een gepland zoet meer, werd de verzoeting afgebroken en kwam er alsnog een zout meer. Aanvoer van rivierwater stopte en alleen het Volkerak en het Haringvliet bleven nog zoet. Maar als het aan de Rijksstructuurvisie Grote Wateren en de Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak-Zoommeer ligt, wordt ook daar de zee met open armen binnengehaald. Een fors financieel gat houdt de realisatie nog tegen, tenzij men binnen het Deltaprogramma met geld gaat schuiven van ‘waterveiligheid’ naar ‘waterkwaliteit’.  Dit alles is uiterst ongunstig wat betreft verzilting en zoetwatervoorziening en vormt een regelrechte bedreiging voor de landelijke leefbaarheid.

Het doel van het Deltaprogramma is dat Nederland de extremen van het klimaat kan blijven opvangen. De afsluiting van de Nieuwe Waterweg is hierbij een eerste vereiste. Daarna kan zoet water naar het zuidwesten stromen. Doorstroming zal de kwaliteit verbeteren en ook verdunning draagt ertoe bij dat het oppervlaktewater meer voldoet aan de normen. Met een toename van het zoete areaal, kan de nationale noodberging voor rivierwater aanzienlijk uitgebreid worden. De onvoorspelbare regenval en sterk wisselende rivieraanvoeren vragen immers om een veel grotere capaciteit en een centrale regie van berging. Nederland is de enige dichtbevolkte delta waar het meeste zoete water ongebruikt passeert. Het enorme verlies aan zoet water via de Nieuwe Waterweg houdt al jaren het hele Nederlandse waterstelsel in de tang. Ondanks deze kennis, beweerde minister Schultz op 16 juni 2016  tijdens  het Algemeen Overleg Water dat het zoetwatersysteem tot 2070 voldoende ‘robuust’ is en goedkoper dan het “Plan Spaargaren”. Ze stelde dat aanvullend onderzoek wat haar betreft niet nodig is. Zo gaat het plan net niet ‘de ijskast in’, maar zal ‘op de plank’ blijven liggen. Deze strategie van het uitstellen van maatregelen zonder een lange termijn kader is verkeerde zuinigheid en bijzonder risicovol. De ernst van de situatie is blijkbaar niet tot de minister en de deltacommissaris doorgedrongen.  Zo wordt zoetwatervoorziening, een item dat mondiaal hoog op elke politieke agenda hoort te staan, eenvoudig terzijde geschoven. Het is ijdele hoop dat het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma op woensdag 29 juni hier nog enige verandering in aanbrengt.

Op aandringen van Kamerlid  J. Geurts heeft de minister dan wel toegelicht dat er in 2021 opnieuw wordt gekeken naar de huidige voorkeursstrategie en dat hierbij Plan Spaargaren wordt betrokken.  We vragen ons bezorgd af hoe lang de problemen van toenemende zoetwatertekorten en voortschrijdende verzilting nog door de eindverantwoordelijken worden vooruit geschoven.

Wil Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens , juni 2016