OVER WATER 177: HEROVERWEGEN

 

| 02-04-2019 | 18.15 uur |


 

OVER WATER 177: HEROVERWEGEN 

 

Maandagavond (1 april) was de eerste ‘inhoudelijke’ ronde, die zou moeten leiden tot een bestuursakkoord. Ik werd er niet blij van. Als je in bestuurlijk Nederland al lang meedraait, zie je tendensen die anderen niet zien. Simpelweg omdat ze die ervaringen niet hebben en dus vaak niet weten hoe de geschiedenis tot stand is gekomen. Ook zie je parallellen die anderen niet zien. Als voorbeeld de systematische uitholling van de Kamers van Koophandel, die uiteindelijk leidde tot de opheffing van de zelfstandige Regionale Kamers van Koophandel en de instelling in november 2014 van een Centrale Kamer van Koophandel als zelfstandig bestuursorgaan, waarvan het bestuur benoemd word door de minister van Economische Zaken. Toen ik in 1993 toetrad tot het bestuur van de Kamer van Koophandel West-Brabant was dat een KvK die, samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en gemeenten, economische beleid en projecten ontwikkelde voor de regio. Ik maakte enige tijd deel uit van het Dagelijks Bestuur en was plv-voorzitter en lid van de commissie toerisme en recreatie. Die commissie onderzocht en stimuleerde de toeristische/recreatieve sector van West-Brabant. Van de commissie waren tal van recreatieondernemers lid. Het was een tijd waarin samenwerkingsverbanden en projecten tot stand kwamen waarin de KvK een rol vervulde als smeerolie. En toen kwam de focus op kerntaken en de tarieven! Economische beleid en ontwikkeling waren geen kerntaak en de tarieven moesten omlaag. Hoewel het om zeer bescheiden bedragen ging werd alles gefocust op verlaging van de jaarlijkse bijdrage. Gevolg: de KvK werd uiteindelijk alleen nog maar een administrateur. De regionale economische rol werd geleidelijk uitgekleed en afgebouwd. De economische deskundigheid en de daarop gebaseerde smeerolierol verdween en daarmee de reden van bestaan. Feitelijk werden de KvK’s in 2014 genationaliseerd en ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken als ‘zelfstandig’ bestuursorgaan waarvan het bestuur benoemd wordt door de Minister. 

Waarom dit verhaal over de geschiedenis van KvK’s? Ik zie een parallel. De KvK’s hielden, net als de waterschappen, hun eigen broek op met een eigen heffingssysteem dat voor de volle honderd procent de kosten dekten. En geen politici aan het roer, maar belanghebbenden uit het bedrijfsleven (werkgevers en werknemers) uit de eigen regio. Dat paste niet in het partijkartel. Waterschappen houden ook al honderden jaren hun eigen broek op en hadden tot 2008 ook geen politici aan het roer, maar belanghebbenden die op eigen titel en deskundigheid waren gekozen. Sommige politici en partijen wensten de opheffing van de waterschappen. In November 2011 sprak zelfs een meerderheid van de Tweede Kamer zich daarvoor uit. De provincies konden het waterbeheer er wel bij doen. Een andere optie was omvorming van de waterschappen tot gedecentraliseerde rijksdiensten die rechtstreeks onder Rijkswaterstaat zouden vallen. Feitelijk de KvK variant. Met de politisering van de waterschappen werd in 2008 de eerste nagel in de toekomstige doodskist geslagen. Met de komst van politici begon de afbraak van de deskundigheid in de waterschapsbesturen en nu begin ik de alternatieven in de route naar de begraafplaats te zien. Focus op ‘kerntaken’ en geld. De inhoud wordt steeds meer ondergeschikt aan het geld.

Soms is er alle reden om te bezien wat de motivatie was om bij de staatsinrichting van Nederland als één van de weinige landen in de wereld zo iets in stand te houden als de waterschappen. Ze deden goed werk en hadden de bestuurlijke deskundigheid. Zelfs keizer Napoleon dacht er zo over toe hij het in 1798 opgerichte Bureau van de Waterstaat na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse Keizerrijk (met uitzondering van Noord-Brabant) als 16e inspectie toegevoegde aan de Franse waterstaatsorganisatie. De waterschappen bleven! Later kwam daarbij het argument dat besluiten over zo iets fundamenteels als waterveiligheid en de kosten daarvan niet afgewogen zouden moeten worden ten opzichte andere overheidstaken. Met de komst van steeds meer politici neem ik het zelfde waar als wat gebeurde bij de KvK. Steeds meer discussies over geld en steeds minder over de inhoud. Een inhoud die bij waterschappen bij uitstek gaat over de lange termijn. Voor politici is het per definitie moeilijk om hun huidige kiezers te belasten met hogere tarieven voor zaken die vooral ten nutte komen van de kiezers van hun opvolgers. Dit geld in het bijzonder voor politici van een partij waarvan de achterban al hard op weg is de zes planken bestemming te bereiken. Maar ook bij politici van een zogenaamde bestuurlijke partij zie ik weinig realistische benadering van geen of weinig tariefverhogingen, terwijl de absolute noodzaak van bepaalde zaken zich onder hun neus opdringt. Klimaatadaptatie, dijkversterkingen, de aanpak van medicijnresten, de dreiging van boetes vanuit Brussel inzake de KRW , enz. De KRW-doelstellingen, die de Nederlandse regering en de voltallige Nederlandse delegatie in het toenmalige Europese parlement in 2001 aanvaardden, hadden in 2015 gerealiseerd moeten zijn. Er is uitstel verkregen uiterlijk tot 2027. Het zijn politici van dezelfde partijen die verplichtingen aangingen die nu, vanwege de kosten, op de rem trappen. Denken ze werkelijk dat de Zuid-Europese politici, die wij zo graag kapittelen, de kans laten liggen om ons boetes op te leggen. Een land met een overschot op de betalingsbalans van ruim 83 miljard en een begrotingsoverschot van 11 miljard vindt het te duur om aan de zelfopgelegde regels te gaan voldoen? Ze zullen lachend ons de kiezen uittrekken en wat graag die betweters uit Nederland forse boetes opleggen. Dan zijn we jaren ‘zuinig’ geweest en mogen de kiezers van na 2027 alsnog de kosten maken en de boetes van mogelijk tientallen miljoenen per waterschap betalen. 26 jaar de tijd om iets te bereiken en het nog niet voor elkaar krijgen. Dit is pas een ondermijning van je bestaansrecht. In Over Water 51 (2016) werd de onhaalbaarheid van de KRW-doelstellingen al aangetipt. Reken erop dat Zuid-Europese (water)ambtenaren met grote belangstelling lezen wat wij wel of niet doen en schrijven, en welke excuses (geld) we maken. Zelfs mijn brief uit 2005 werd een keer geciteerd met de conclusie: jullie wilden dit zelf, jullie dachten het te kunnen voor 2015, wat zeur je nu als bestuurder in een rijk land met ‘water expertise’?.    

Over de aanpak van medicijnresten publiceerde Ons Water met regelmaat in 2015, in 2016 en in 2018. Er valt geen ontsnappen aan. Een ja, dat gaat meer geld kosten. Of veronachtzamen we de regelgeving en de volksgezondheid? Eens de reden om riolen aan te leggen en het rioolwater te gaan zuiveren. 

Normaliter vind ik dat winners bij verkiezingen beloond moeten worden. Maar als een winnaar feitelijk steeds meer stappen zet richting het graf van een systeem dat goed is, moeten Ons Water en ik andere alternatieven overwegen. Ik heb het proces van de ondergang van de KvK’s meegemaakt. Toen herkende ik niet wat er gebeurde en wat de agenda was van de politici en wetgevers. Nu herken ik het wel. De politisering (2008), de focus op kerntaken, de focus op de tarieven, de focus op hoofdlijnen (want de kennis en interesse voor meer ontbreekt), de introductie van stemwijzers en de veralgemenisering van de stellingen (liegende en dromende politici), de DESTABILISERENDE unie voorstellen (CAB), tot de provinciale regelgeving toe, die feitelijk artikel 40 lid 1 van de waterwet (het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden) omzeilt en streeft naar beroepsbestuurders.

Toen ik op maandagavond in de eenzaamheid van mijn KA’tje naar huis reed dacht ik: werk ik hier aan mee of wordt het tijd voor andere bondgenoten? Het heroverwegen is begonnen. Want als het waterschap begraven wordt is dit land aan de ‘godenzonen’ van Den Haag overgeleverd en wie of wat ontvangt dan de hardste klappen?

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 176: HOE VERDER? EN DE GROOTSTE!?

 

| 30-03-2019 | 09.00 uur |


 

OVER WATER 176: HOE VERDER? EN DE GROOTSTE!?

 

HOE VERDER?

Verkiezingsuitslagen horen vertaald te worden in nieuw voorgenomen beleid en, als er programmatisch overeenstemming is te bereiken, ook in de samenstelling van de dagelijkse besturen (GS, en de DB’s van de waterschappen). Nu moeten de politieke partijen in de provincies en de waterschappen aan de slag om de uitslagen te vertalen in toekomstig beleid en de samenstellingen van Gedeputeerde Staten en de Dagelijkse Besturen van de waterschappen. Hierbij moeten tegenstellingen, die in de verkiezingen zijn uitvergroot, door praten en onderhandelen in ons coalitieland grotendeels worden weggepoetst met toch zo veel mogelijk recht doen aan de zwenkingen die het electoraat heeft gemaakt. Op provinciaal niveau ligt er de opgave de FvD mensen en ideeën in te passen in de politieke systemen en het beleid. Ik ben blij dat ik daar niet over hoef na te denken. 

Bij de waterschappen ligt er een ander verhaal. De verschillen zijn minder groot en de wijzigingen in de opvattingen van de kiezer geringer. Maar als je meerdere verkiezingen naast elkaar zet zijn die wijzigingen er wel. Als voorbeeld mijn eigen waterschap de Brabantse Delta. Bij de eerste verkiezing (eind 2008) haalde de VVD 3 zetels en was het CDA de grootste partij. Toen besloot Ons Water samen met West-Brabant Waterbreed één fractie te vormen (6 zetels). De VVD mocht toen als ‘juniorpartner’ aansluiten in het DB. Voor een werkbare meerderheid was de VVD niet nodig. Alle vijf de DB leden afkomstig uit de fracties vulden ieder 0,5 formatieplaats in.
De verkiezingen in 2015 brachten beperkte verschuivingen. De VVD won een zetel en werd in één klap van nummer vijf in de uitslag nummer één. Ook Ons Water won een zetel maar bleef nummer drie in de uitslag achter het CDA. VVD, CDA en Ons Water hadden vier zetels. De verschillen in stemmental waren beperkt tot minder dan 2000. De ‘juniorpartner’ werd de leider van de onderhandelingen. De partijsamenstelling van het DB veranderde niet en ieder van de DB leden vulde weer 0,5 formatieplaats in. De verkiezingen nu brengen op het oog weinig verschuiving in de partijvoorkeuren. Alleen het CDA zakt verder weg in de kiezersgunst en de VVD kreeg er weer een zeteltje bij.

De vraag nu is: hoe verder? Programmatisch lijkt voorzetting van het huidige DB niet onlogisch. Maar is dat bij 7 zetels voor Ons Water/West-Brabant Waterbreed, 5 zetels voor de VVD, 3 voor het CDA, 3 voor ongebouwd en 3 voor bedrijfsgebouwd wel zo logisch? Beleidsmatig komen er tal van veranderingen op het waterschap af. Klimaatadaptatie zal steeds meer aandacht en geld vergen. De nieuwe toetsingen van onze dijken zullen vermoedelijk een grotere dijkverbeteringsopgave betekenen dan tot nu toegedacht. Willen we boetes vanuit Brussel voorkomen zal er een versnelling moeten komen van de realisering van de Kader Richtlijn Water doelstellingen. Hier ligt een combinatie met de klimaatadaptatie als het gaat over bijvoorbeeld waterbergingen voor de hand. Ook zal de waterzuivering meer geld en tijd gaan vergen. De aanpak van medicijnresten in het afvalwater kan niet langer uitgesteld worden. Ook is het de vraag of een aantal uitgestelde investeringen in de waterzuiveringen op korte termijn gerealiseerd moeten worden. Ook de Unie voorstellen omtrent de financiering van de waterschappen zullen veel denkkracht en discussies vergen. De afgelopen jaren heeft de gecombineerde fractie van Ons Water/West-Brabant Waterbreed uitbreiding van het DB van 2,5 naar 3 formatieplaatsen tegen gehouden. Nu denk ik dat we gezien de grote opgaven en de geleidelijke groei van onze taak er niet aan ontkomen. Wat zou deze genoemde opgaven, gecombineerd met de verkiezingsuitslag, voor de samenstelling van het DB moeten betekenen? De verkiezingswinst van de VVD, die twee keer achter elkaar de verkiezingen won (nu 5 zetels), zou vertaald dienen te worden in de samenstelling of taakverdeling binnen het DB. Er viel immers “wat te kiezen”. Maar voor mij geldt ook dat de combinatie van Ons Water en West-Brabant Waterbreed, met ook twee keer een betere verkiezingsuitslag (nu 7 zetels) in de samenstelling van het DB tot uiting moet kunnen komen. Vrij vertaald: als de VVD met 5 zetels in het DB naar 2 zetels zou gaan, is het logisch dat ook de Ons Water combinatie met West-Brabant Waterbreed met 7 zetels naar 2 zetels in het DB zou gaan. Wie is dan het mogelijke ‘slachtoffer’? Logischerwijs het CDA dat bij twee waterschapsverkiezingen achter elkaar door de kiezers tot verliezer is gemaakt. Wat overwogen zou kunnen worden is dat coalitiefracties, de fracties die wel het programma voor de komen de jaren onderschrijven, maar niet zelf de ‘poppetjes’ leveren, te betrekken bij de selectie van de ‘poppetjes’. Dat kan het bestuurlijk draagvlak verder versterken.
Zelf wil ik graag dat de fracties van ongebouwd en bedrijfsgebouwd vertegenwoordigd blijven in het DB. Zij vertegenwoordigen ondernemers, die een buitengewoon groot belang hebben in de taakuitoefening van het waterschap. In het licht van de waterschaptraditie belang-betaling-zeggenschap past het ook dat deze fracties (ieder 3 zetels) in het DB vertegenwoordigd blijven. Zij hebben ook geen verkiezingen verloren. Huub Hieltjes, de VVD informateur/formateur bij het waterschap Brabantse Delta, wens ik veel succes bij zijn taak.

Ik ben benieuwd hoe de onderhandelingen zowel op provinciaal en op waterschapniveau zullen uitpakken en of de gewijzigde kiezers voorkeuren zowel in beleid als in zetels in de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en het DB van het waterschap tot uiting zullen komen.
Als verkiezingen er echt toe doen, zoals veel traditionele politici beweren, staan ons zowel op provinciaal- als op waterschapniveau de nodige bestuurlijke veranderingen te wachten. Of blijkt straks: ze dronken een glas en deden een plas en alles bleef zoals het was? Bij de kiezer leeft de wens tot verandering. Als die niet of nauwelijks wordt ingevuld kan de Europese verkiezing wel eens heel interessant worden.  

 

DE GROOTSTE!?

Als je de krantenberichten over de verkiezingen leest of uitzendingen over dat onderwerp volgt op radio of TV lijkt het of het de grootste zijn buitengewoon belangrijk is. Op dit moment is de ‘grootste’ in Nederland nog geen 20 % van de stemmen. Een percentage waarmee je  in een districtenstelsel zoals in het Verenigd Koninkrijk of de VS de kans loopt geen enkele zetel te bemachtigen, terwijl de ‘grootste’ zijn ook geen enkele zekerheid biedt. De PvdA stond de afgelopen 70 jaar een paar keer buitenspel terwijl ze de ‘grootste’ waren en verkiezingswinst haalde. Geen verzilvering van de uitslag en geen verandering toen een groot deel van de kiezers daarom vroeg. De ‘grootste’ en de daaraan verbonden ‘rechten’ zijn vooral een idee van de media en sommige winnende politici. Hiermee worden bij de kiezers verwachtingen gewekt die niet altijd ingevuld worden. De ‘grootste’ vergt ook enige nuancering.

Neem het waterschap Brabantse Delta. Al sinds de start in 2009 is de combinatiefractie Ons Water/ West-Brabant Waterbreed de grootste fractie. 2009-2015 met 6 zetels en vanaf 2015 met 7 zetels. Omdat deze twee groeperingen afzonderlijk de verkiezingen ingaan, zijn wij formeel tot nu toe nooit de ‘grootste’ geweest. Ons Water, mijn eigen club, is slechts de ‘grootste’ in vier gemeenten (Bergen op Zoom, Geertruidenberg, Roosendaal en Steenbergen). West-Brabant Waterbreed bleek nu de ‘grootste’ in vijf gemeenten (Drimmelen, Etten-Leur, Halderberge, Rucphen en Zundert). De VVD, formeel de grootste partij in het waterschap, was de ‘grootste’ in acht gemeenten (Breda,  Gilze-Rijen, Goirle, Loon op Zand, Moerdijk, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk). Het CDA was de ‘grootste’ in vier gemeenten (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Dongen en Woensdrecht). Als je de combinatie fractie van Ons Water/ West-Brabant Waterbreed als één geheel zou beschouwen, wat ze in de bestuurlijke praktijk als fractie vanaf 2009 feitelijk zijn, dan is de VVD nog slechts in één gemeente de ‘grootste’ (Breda) en het CDA nog slechts in twee plattelands gemeenten (Alphen-Chaam en Baarle-Nassau). Hoezo de VVD de ‘grootste’?. Met 1/6 van de zetels in het AB zal de VVD net als iedere andere fractie moeten samenwerken met de anderen. Samenwerken lukt al vele jaren bij de waterschappen. De waterschappen kennen pas sinds 2008 het lijstenstelsel en daarmee partijen. Daarvoor werd ieder bestuurslid op persoonlijke titel en op zijn of haar persoonlijke kwaliteiten gekozen. Dan moet je wel samenwerken om tot meerderheden te komen. Voor organisaties als Ons Water en West-Brabant Waterbreed is het logisch om één fractie te vormen. Dat bundelt kennis en ervaringen en leidt uiteindelijk, ook zonder fractiediscipline, vrijwel altijd tot eensgezindheid. Dat moet echter niet blijven betekenen een ondervertegenwoordiging in het Dagelijks Bestuur. Dat zou geen recht doen aan de verkiezingsuitslag.

Samenwerken leidend tot samenvoeging zouden meer fracties/partijen moeten doen. Dat zou de politieke versnippering verminderen en de bestuurskracht vergroten. Jammer alleen dat de landelijke politiek de voorloper daartoe, de lijstverbinding, wettelijk heeft afgeschaft.       

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 175: EEN KRANKZINNIGE WEEK

 

| 23-03-2019 | 09.00 uur |


 

OVER WATER – 175:  EEN KRANKZINNIGE WEEK

 

Er zijn van die weken in een mensenleven die eigenlijk niet kunnen. Die zo onwaarschijnlijk zijn dat ze je altijd bij zullen blijven.

Dinsdagmorgen, terwijl ik net ons kantoor had verlaten met een scholier aan de telefoon, hoorde ik mijn echtgenote roepen. Ze lag op de grond en ondanks haar geroep reageerde ze niet op mijn vragen. Ze verbleef in een half bij bewustzijn wereld waar de verbale communicatie éénrichtingsverkeer was. Ik belde voor het eerst van mijn leven 112. Dat was voor mij, in een toestand van nabij paniek, een verwarrende en deels frustrerende ervaring. Met de telefoon aan mijn oor probeer ik mijn echtgenote bij volledige bewustzijn te brengen door tegen haar te praten en tegelijkertijd de vragen van de dame van 112 te beantwoorden. Ik luisterde in mijn paniek vermoedelijk maar half en hoorde vast niet alles was de 112 dame zei. Door mijn angst en paniekgevoelens sloop boosheid en frustratie in. Stuur een ambulance nu! Ik werd boos. Maar enkele minuten later bleek dat die ambulance vermoedelijk gelijk onderweg was gegaan. Hoewel minuten eeuwen lijken als je gestrest bent, was die ambulance er vermoedelijk binnen vijf minuten. De broeders gingen gelijk aan de slag en werd er besloten op weg te gaan. Hoewel mijn echtgenote in haar laatste jaar zit van haar leven (kleincellige longkanker) was de indruk van de broeders een neurologisch probleem. Dus naar Bravis Bergen op Zoom. De dienstdoende spoedeisende-hulp-arts besloot snel wegens de super lage hartslag (om en nabij 40) tot het toedienen van een stofje, wat het niveau razend snel opkrikte tot circa 70 waarna mijn echtgenote snel herstelde. Vermoedelijke oorzaak: een bijwerking van een nieuw medicijn om de misselijkheid na haar chemokuur te bestrijden. In de middag kon ik haar weer mee naar huis nemen.

Dan woensdag: de waterschapsverkiezing. Een verkiezing waarbij ik voor het eerst van mijn leven dacht de grootste te kunnen worden. Na twee keer derde plaatsen achter de VVD en het CDA moest dat kunnen. In de peilingen stonden die partijen immers op verlies. De verkiezingscampagne die mijn kandidaten en ik hadden gevoerd was intenser dan ooit. Veel Ons Water kandidaten voerden campagne zoals nooit te voren. Het was echt een nu of nooit. Ondanks ruim zevenduizend meer stemmen (totaal 48774) niet de grootste! Tweede achter de VVD. Vier jaar lang laat je de kiezer wekelijks weten wat je doet. Dat doet niemand anders. Toch lijken kiezers zich vooral te laten verleiden door een stemwijzer die vooral goedkoopte belooft en gebaseerd is op stellingen waarvan de antwoorden niet gebaseerd hoeven te zijn op echt uitvoerbaar beleid of de daden van de afgelopen vier jaar. Ik schreef daar al eens eerder over ‘liegende/dromende politici’. Als je eerlijk bent, is het helder dat de tarieven van de waterschappen de komende tien jaren jaarlijks zullen stijgen met meer dan de inflatie. Dijken moeten verhoogd en versterkt worden en waterbergingen uitgebreid. En in tegenstelling tot dromen kost dat echt geld. Toch zou ik blij moeten kunnen zijn met het feit dat Ons Water en West-Brabant Waterbreed in zeteltal gelijk zijn gebleven en Ons Water nu tweede is geworden.
Er zijn ook lichtpuntjes. Eén daarvan was de uitslag in de gemeente Geertruidenberg. Ik dacht daar gehaat te worden. De discussies rond het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak waren hoog opgelopen toen ik, tegen de ambtelijke adviezen en het gemeentelijke advies in, ging voor dijkverlegging in plaats dijkversterking. Ik werd daar geconfronteerd met een zaal vol boze burgers en een gemeentebestuur, wat op zijn zachts gezegd, niet blij met mij was. Ook de provincie was boos. Ondanks dat scoorde Ons Water in Geertruidenberg bijna 29 % en was daar de grootste en de combinatie met West-Brabant-Waterbreed (mijn fractie van totaal zeven) bijna 40 %. Daar wisten de kiezers de extra inzet voor veiligheid wel te waarderen.   

Gaan voor je principes kan dus wel, maar het is voor politici keer op keer een dilemma. Mijn dilemma toen was enerzijds een keuze te maken die recht doet aan ieders inbreng en anderzijds de taak van het waterschap om binnen de mogelijkheden de beste route te kiezen naar de hoogst haalbare veiligheid van alle inwoners van dijkkring 34A Geertruidenberg. Ik schreef uitgebreid over mijn dilemma in Over Water 86. In de BSD nieuwsbrief van 16 april 2017 schreef ik mijn frustratie toen weg in het stukje “Pasen”. Ter voorbereiding van de DB vergadering van toen heb ik mijn motivatie op papier gezet om niet akkoord te gaan met het voorstel aan het DB inzake het voorkeursalternatief Slikpolder. Uiteindelijk volgde het DB op basis hiervan mijn redenering en besloot, bij de keuze van het voorkeursalternatief, bij de Slikpolder te kiezen voor een dijkverlegging. Toen schreef ik: “Als bestuurder wil ik staan voor een waterschap wat zich de waterautoriteit voelt en wilt zijn.” Ik wil nog steeds zo’n bestuurder zijn. Het is alleen jammer dat veel kiezers hun keuze door geheel andere zaken laten bepalen. Websites van de politieke collega’s geven vooral inzage in wat ze ‘willen’ niet wat ze hebben gedaan. Bij Ons Water kan de bezoeker dat, tot tientallen jaren terug, wel zien.

Mij past dank aan de kandidaten van Ons Water, aan al degenen die hen hebben geholpen de kiezers te overtuigen, aan mijn Ank die bijna alle filmpjes monteerde, aan Marcel Mulder die ze heeft opgenomen en aan de ruim 48 duizend stemmers op Ons Water die de gekozenen van Ons Water weer een kans geven zich in te zetten voor de veiligheid van West-Brabant en voor een betere levenskwaliteit van mens, dier en ondernemers in ons werkgebied. DANK!

Donderdag was ook de dag van het verschijnen van Elsevier weekblad, waarin ik uitgebreid aan het woord kom in het voorpagina artikel “De Nederlander is BOOS”.  Mijn deel is het resultaat van een ruim 2,5 uur durend interview door Gertjan van Schoonhoven, die mijn verhaal verwerkt heeft  in het ‘Verhaal van de week’. Ik in een, om met de jaren zeventig termen van ‘een rode rakker’ te spreken, lijfblad van de rechterkant van Nederland. HET MOET NIET GEKKER WORDEN! Toch ben ik tevreden over hoe mijn woorden zijn vertaald in een relatief beknopte tekst en hoe mijn verhaal past in de totaliteit van het artikel. En zelfs een beetje trots op “op internet schrijft Van der Kallen empathische en slimme stukjes over de gelehesjesbeweging”. Dit vat ik op als een compliment: ‘slimme stukjes’ in een rechts blad.

Donderdagavond ben ik naar beeldvorming 1 geweest. De bijeenkomst waar burgers in kunnen spreken. Daar kwamen twee zaken voorbij waarvan ik dacht: ’t kan nie waar zijn!
Bij het onderwerp “stand van zaken Containerterminal” werd duidelijk dat een belangrijk deel van de geluidsoverlast veroorzaakt wordt door een ‘zonk’ in de Vierlinghweg. De spreker namens het bedrijf wat de containerterminal exploiteert, bood zelfs aan dat probleem samen met de gemeente aan te pakken. Inspectie ter plaatse leerde mij dat er wel meer is dan alleen een ‘zonk’. Er ligt een ernstige ‘zonk’ ter hoogte van de parkeerplaats, maar het geheel met klinkers bestrate deel van de Vierlinghweg ligt er aller belabberdst bij. Observatie leerde dat iedere passerende vrachtwagen, zeker die onbeladen waren, een hels kabaal gaf op dat deel van de weg. Ook op het geasfalteerde deel werd veel geluidsoverlast veroorzaakt door de oneffenheden in het wegdek, vooral die veroorzaakt waren door de aanwezigheid van rioolputten. Van mij krijgt de gemeente, die hier de wegbeheerder is, een dikke onvoldoende. Een ondernemer die van de klachten af wil en feitelijk voorstelt om een deel van de taak van de gemeente over te nemen en de ‘zonk’ weg te werken verdient alle lof. Hij krijgt keer op keer de schuld van de geluidsoverlast, terwijl een belangrijk deel daarvan veroorzaakt wordt door het zeer slechte weg onderhoud door de gemeente. ’t Kan nie waar zijn!
Het tweede ’t kan nie waar zijn moment was een inspreekster, die sprak over de problemen rond de verkeersafwikkeling kruising Markiezaatsweg/ Zuiderdreef. Ze omschreef de problemen op die kruising als het druk was, zoals tijdens de spitsmomenten, en dat het haast onmogelijk was de Markiezaatsweg op te komen. Waar blijven de verkeerslichten??? De palen om ze aan te bevestigen staan er al vele jaren. Maar geen verkeerslichten. Wel veel voorkomende verkeersonverdraagzaamheid en verkeersagressie. Ze had bij de gemeenteraadsverkiezing speciaal gestemd op de partij (GBWP) die in het verkiezingsprogramma had beloofd “verkeerslichten Zuiderdreef/Markiezaatsweg realiseren”. Nu die partij met maar liefst 2 wethouders in het college zat verwachtte ze wel actie. Dat verkiezingsprogramma en de aanwezige bevestigingspalen hadden bij kopers van huizen en gronden verwachtingen gewekt, die niet bewaarheid werden.  ’t Kan nie waar zijn! Een ondernemer die het werk van een falende gemeente gaat doen en een bewoonster die de politiek fijntjes herinnert aan verkiezingsbeloften en gewekte verwachtingen. Ons vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven maak hiermee geen beste beurt.

Een krankzinnige week!

Louis van der Kallen

 


STEM OOK VOOR HET WATERSCHAP

 

| 03-03-2019 | 10.00 uur |


 

OVER WATER – 174: STEM OOK VOOR HET WATERSCHAP


Stemmers op Forum voor Democratie, PVV, SP, DENK, Code Oranje, Lokaal Brabant, Ouderen App̬l РHart voor Brabant en Senioren Brabant zoeken op 20 maart tevergeefs op het stembiljet voor de verkiezing van het waterschapsbestuur van de Brabantse Delta naar de partijen van hun eerste voorkeur. Deze doen niet mee aan de waterschapsverkiezingen.

Ze kunnen er dan voor kiezen om hun stem weer te geven aan de landelijke partijen waarop zij vroeger stemden. Ik hoop dat ze inzien dat water geen politieke kleur heeft. Ondanks dat regenwater ook wel hemelwater wordt genoemd, zijn de gemalen en watergangen die dat afvoeren niet christen-democratisch. Ook de dijken die arm en rijk beschermen zijn daarmee nog niet sociaal-democratisch en ook al verwerken de rioolwaterzuiveringen de menselijke uitwerpselen heel efficiënt ze zijn daarmee echt niet liberaal.

Ik hoop dat de PVV, Forum , SP, DENK, Code Oranje, Lokaal Brabant, Ouderen Appèl – Hart voor Brabant en Senioren Brabant stemmers die op 20 maart de gang naar de stembus maken om voor de Staten op de partij van hun eerste keuze te stemmen, toch de moeite nemen om ook voor het waterschap te stemmen. In het bijzonder op Ons Water, de bundeling van mensen die inzien dat ‘water’ geen politieke kleur kent. Ons Water heeft geen binding met een landelijke partij en kent kandidaten van links tot rechts en uit alle geledingen van de samenleving. Ons Water barst van de kandidaten met ervaring in het waterschapsbestuur en de nodige ervaring in het openbaar bestuur op gemeentelijk en provinciaal niveau, de andere overheden waar waterschappen mee samenwerken om de (klimaat)opgaven en dijkverbeteringen efficiënt op te pakken. We hebben ook ingenieurs en juristen en gemeentelijke beleidsambtenaren water en oud medewerkers van waterschappen en Rijkwaterstaat op de lijst staan. Kortom de deskundigheden en ervaringen, bestuurlijk en technisch, zijn ruim aanwezig. Als raadsleden of statenleden, van welke politieke kleur ook, ons om advies vragen dan zijn we beschikbaar om met iedere partij over waterzaken mee te denken.

Dus stem op 20 maart ook voor het waterschap Brabantse Delta. En dan graag op Ons Water lijst 3.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 173: OP WIE DAN?

 

| 05-02-2019 | 08.15 uur |


 

OVER WATER – 173: OP WIE DAN?

 

Op 20 maart zijn er de statenverkiezingen waarvoor de landelijke partijen zich vrijwel allemaal en in alle provincies warmlopen. In de optiek van de landelijke partijen gaat het niet of nauwelijks om de provincies en hun plannen voor de komende jaren maar om de samenstelling van de Eerste Kamer die gekozen worden door de straks nieuwgekozen statenleden.

Maar op 20 maart zijn er ook de waterschapsverkiezingen. Tot 2008 deden daar geen partijen aan mee. Tot 2008 werden de waterschapbesturen gekozen via het personenstelsel. De kiezer stemde op een persoon en niet op een partij of lijst. Gevolg de gekozenen waren vooral partijloze deskundigen die zich maar op één ding concentreerden: hoe om te gaan met water zodat tegen de minste kosten de waterveiligheid, de waterkwaliteit en de economische waarde (voor boeren, natuur en transport) van water zo optimaal mogelijk werden benut.

Waterbeheer is een overheidsactiviteit met een lange adem. Je moet bijvoorbeeld nu al maatregelen nemen om in 2050 aan bijvoorbeeld de normen van waterveiligheid te kunnen gaan voldoen. Voor een goed, duurzaam waterbeheer is vooral een lange termijnvisie nodig. Dijken en bemalingssystemen bouw je niet voor enkele tientallen jaren maar voor honderden jaren. De meeste van onze dijken liggen er al honderden jaren. Dat blijkt ook uit de afschrijvingstermijnen van de investeringen die waterschappen doen voor bijvoorbeeld uw veiligheid. Die zijn bij waterschappen gemiddeld een veelvoud van die bij gemeenten. Dat leidt ook tot een geheel andere schuldenpositie. Een gemeente met een schuldquote van 100 % is een armlastige gemeente met als gevolg relatief hoge belastingtarieven.  Een waterschap met veel dijken kan wel een schuldquote hebben van meer dan 300 % zonder dat dit als een arm waterschap zal worden aangemerkt of dat de tarieven verhoudingsgewijs heel hoog zijn. Als voorbeeld het waterschap Brabantse Delta waar ik zelf al jaren bestuurslid van ben. Dit waterschap heeft een schuldquote van ruim 300 % en zit qua belastingtarieven bij laagste 40 % van de waterschappen. Waterschappen worden vaak omschreven als een ‘rijke’ overheid. Terwijl ze in werkelijkheid de overheid zijn met de meeste en langstlopende schulden. Alleen die schulden zijn niet gemaakt om te consumeren maar om te investeren in de toekomstige kwaliteit en veiligheid van het werkgebied van de waterschappen.

Een goed bestuurd waterschap heeft een lange termijnvisie die tientallen jaren vooruitkijkt. Als voorbeeld verwijs ik graag naar mijn motivatie rond een dijkverbeteringsproject in Geertruidenberg. Hierbij verwees ik naar het kostenverschil gezien over een periode van 100 jaar.

100 jaar vooruit denken zit bij de meeste partijtijgers van de landelijke partijen niet in de genen. Denken over de volgde verkiezingen (4 jaar later) blijkt voor sommigen al nauwelijks haalbaar. Voor het waterschapsbestuur geldt dat vaak pas een generatie later de baten zichtbaar worden van wijze besluiten. En dat korte termijn denken in de toekomst vaak duur uitpakt. Ons Water gaat voor de lange termijn. De lijst van Ons Water bestaat vooral uit mensen die hun sporen in het waterschapsbestuur verdiend hebben en die het waterschapsgebied goed kennen. Het zijn geen ‘partijtijgers’ met de ambitie het in de politiek ver te schoppen. Zij willen hun kennis graag in brengen in het belang van het waterbeheer in West-Brabant. Voor hun kwaliteiten lees dan Over Water 172 of kijk onze kandidatenlijst eens door en link door.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 172: DE KIESLIJST

 

| 20-01-2019 | 10.00 uur |


 

OVER WATER 172: DE KIESLIJST

 

Ons team is rijk aan ervaring en kennis benodigd voor het kwalitatief invullen van het besturen van het waterschap. De komende tientallen jaren zullen in het kader staan van het gaan realiseren van de klimaatopgaven waarvoor gemeenten en waterschappen staan. Onze lijst bevat de namen van 34 enthousiaste kandidaten. Die gezamenlijk veel bestuurlijke relevante ervaringen hebben. 7 (oud) waterschapsbestuurders, 15 (oud)gemeenteraadsleden, 3 oud wethouders, vier oud statenleden, 3 waterbeleidsambtenaren van gemeenten (Drimmelen, Roosendaal en Steenbergen) en een oud-ambtenaar die zijn hele werkzame leven bij waterschappen en de rijksoverheid met water is bezig geweest. Een eigenaar van een wateradviesbureau en 3 meesters in de rechten. We hebben ook kandidaten uit de sportvisserij en de recreatie sector. Kortom ons team barst van de ervaring en kennis die wij graag ter beschikking stellen van het waterschap. Ons Water combineert bestuurlijke en inhoudelijke kennis over water verkregen op waterschap-, gemeentelijk- en provinciaal niveau.

Ons Water is een onafhankelijke waterkiesvereniging. Noodgedwongen in 2008 tot stand gekomen toen de politiek in Den Haag besloot tot afschaffing van het personenstelsel en tot invoering van het lijstenstelsel waarmee de politiek en politieke partijen hun intrede deden in het waterschapsbestuur
met als gevolg het verlies aan veel partijloze, ervaren en betrokken waterschapbestuurders. ‘Welkom’ veelal qua water onervaren partijtijgers van de landelijke partijen. Alsof er liberale, christendemocratische of socialistische dijken, waterlopen, gemalen of zuiveringen bestaan. Er moesten wat partijgenoten aan een bestuursfunctie geholpen worden.
Ons Water staat al jaren voor deskundigheid en betrokkenheid. Ook als er geen verkiezingen zijn laten wij al jaren, middels onder andere de nieuwsbrief Over Water, de belangstellende kiezer weten wat, wij waarom doen. Bekijk op onze website eens het archief waar vanaf 2003 onze activiteiten zijn te vinden. De volgende 34 kandidaten staan voor u klaar. Zij ontvangen op 20 maart graag uw stem.      

1 Louis van der Kallen, Bergen op Zoom
2 Jan Slenders, Raamsdonksveer
3 John Vrinds, Roosendaal
4 Ger de Neve, Steenbergen
5 Linda Jorissen-Oomen, Wernhout
6 Betty Goos, Breda
7 Henk van Komen, Kaatsheuvel
8 Aydin Akkaya, Bergen op Zoom
9 Abdelaziz Danjaoui, Bergen op Zoom
10 Domien van den Berg, Made
11 Corné Welten, Lage Zwaluwe
12 Adrienne van Gorp-Adam, Tilburg
13 Piet Hermus, Zevenbergschen Hoek
14 Marc Augustijn, Hoogerheide
15 Wil Borm, Etten-Leur
16 Chris Ooms, Lepelstraat
17 Rob van Engelen, Dinteloord
18 John Leunisse, Breda
19 Peter Verwaters, Raamsdonksveer
20 Ton Schijvenaars, Roosendaal
21 John van Gorp, Tilburg
22 Erik van Werkhoven, Halsteren
23 Diana  van Beest, Bergen op Zoom
24 Peter van den Ouden, Bergen op Zoom
25 Piet Juten, Bergen op Zoom
26 Roger van Dijk, Bergen op Zoom
27 Stephan Asselbergs, Bergen op Zoom
28 Jan van de Water, Bergen op Zoom
29 Harry Weijts, Bergen op Zoom
30 Margret Vreedenburgh, Bergen op Zoom
31 Piet van den Kieboom, Bergen op Zoom
32 Ronald Ravensteijn, Bergen op Zoom
33 Piet Borghstijn, Bergen op Zoom
34 Cees Huijssoon, Zevenbergen

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 171:’GELE VESTJES’

 

| 12-01-2019 | 10.00 uur |


 

OVER WATER – 171: ‘GELE VESTJES’

 

De waterschapsverkiezingen komen er aan. Dat was zelfs te merken op de nieuwjaarbijeenkomst van het waterschap Brabantse Delta. De nieuwe secretaris/directeur hield een inspirerend betoog met een vooruitblik naar het jaar 2019. Hierin zat zelfs een ontkleedpartijfase, waarbij het even leek of er een invasie was van de gele hesjes. Het bleken enthousiaste waterschapmedewerkers met op hun ‘gele vestjes’ inspirerende ideeën om de opkomst voor de verkiezingen te verbeteren.

Zand/Olivijn (Een andere oplossing voor het CO2 vraagstuk)

In de boekenbijlage van het economiekatern van de NRC van zaterdag 9 september 2018 stond een artikel met de kop; “De moderne wereld is gebouwd op zand. En nu raakt het op”. Met als subtitel: “Beton, microchips, glas: onze samenleving is ondenkbaar zonder zand. Maar het wordt schaarser en er worden zelfs mensen om vermoord.” Het artikel laat zien dat er vele soorten zand zijn met vele toepassingen. Met zand van een specifieke korrel grote en vorm worden steden van beton gebouwd.

Vince Beiser heeft het boek “The World in a Grain: The Story of Sand and How It Transformed Civilization” geschreven. Met tal van oplossingen om tot een meer duurzame zandwinning en gebruik van zand te komen.

In Over Water 152 schreef ik over andere manieren om het CO2 probleem aan te pakken. “Bijvoorbeeld het gebruik van het mineraal olivijn, een magnesium-ijzersilicaat. Olivijn reageert snel met het CO2 in de atmosfeer. De eindproducten van de reactie zijn, afhankelijk van de samenstelling van het olivijn, magnesiumcarbonaat, siliciumoxide (zand) en ijzeroxide. Door op grote schaal olivijn te vermalen en het maalsel uit te strooien, bijvoorbeeld op onze stranden, wordt CO2 uit de lucht gehaald. De opbrengst van de CO2 heffing zou gebruikt kunnen worden om effectief en op grote schaal CO2 uit de lucht te halen door olivijn te vermalen en uit te strooien. We kunnen er onze kustverdediging mee versterken of gronden ophogen en tegelijkertijd de CO2 reductie doelstellingen van Parijs halen.” Misschien is hier een combinatie mogelijk. Te starten met onderzoek hoe olivijn zodanig te vermalen tot specificaties dat het na de reactie met CO2 uit de atmosfeer te gebruiken is in toepassingen waar nu het steeds zeldzamere zand in wordt gebruikt. Van ophogen van gronden, beton, tot het bouwrijp maken en zandsuppleties van stranden en het ophogen van dijken. 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 170: HET KLIMAATAKKOORD

 

| 05-01-2019 | 10.30 uur |


 

OVER WATER – 170: HET KLIMAATAKKOORD

 

Foto: Wim Ligtenberg

Recent is het ontwerp klimaatakkoord gepresenteerd. Het zal de komende maanden doorgerekend worden door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Daarna is het woord aan de politiek.

Eigenlijk vind ik ‘klimaatakkoord’ een rare naam voor een stuk van 233 pagina’s wat feitelijk alleen gaat over de beperking van broeikasgassen met CO2 in de hoofdrol. Ik had graag gezien dat ook elementen als waterbeheer en de beperking van hittestress in dit stuk een rol hadden gespeeld. Het klimaat is meer dan CO2 reductie!

In nieuwsbrief 236 van de BSD besteedde ik al enige aandacht aan het ‘klimaatakkoord’ omdat ik een VNG congres over dit onderwerp bijwoonde. Ik eindigde het artikeltje toen met de verzuchting: “Het verbaast mij dat politici schijnen te denken dat het stellen van doelen, zonder het wie, wat, waar, en hoe het betaald gaat worden, genoeg is. Ze vergeten dat het stellen van de dieseluitstoot doelen, zonder te weten wie, wat, waar en hoe ook niet heeft gewerkt. En vindingrijkheid vooral werd gericht op misleiding van de kopers en de overheden. Het enige idee dat mij direct aansprak is de maatregel dat gemeenten en mogelijk ook andere overheden jaarlijks het bomenbestand met 1 % zouden moeten uit gaan breiden. Dat is in ieder geval ook een bijdrage aan de aanpak van hittestress.” Nu het stuk er ligt, is enige nuancering van dat citaat op zijn plaats. De vraag: wie, wat, waar en wat het kan gaan kosten en wie het gaat betalen hebben de opstellers veelal vaag, maar enigszins getracht te duiden.

Tevergeefs heb ik in het ‘klimaatakkoord’ gezocht naar het enige idee wat mij in de discussies op het VNG congres direct aansprak. De doelstelling dat gemeenten en mogelijk ook andere overheden jaarlijks het bomenbestand met 1 % zouden moeten uit gaan breiden. Dat is een maatregel die vast te concreet was voor de dames en heren opstellers. Overheden zijn nog steeds belangrijke bomenkappers. Ik raad al die boomkappers eens aan om paragraaf C 4.5.2 in het ontwerp klimaatakkoord over “Bomen, Bossen en Natuur” eens goed te lezen en als dat te veel tijd vergt kijk dan eens naar het filmpje van de boomkwekers in Midden-Brabant.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 169: WATERPROBLEMEN UIT DE ‘OUDE DOOS’

 

| 29-12-2018 | 17.30 uur |


 

OVER WATER – 169: WATERPROBLEMEN UIT DE ‘OUDE DOOS’

 

Gekalkte dakpannen werden in de oestercultuur gebruikt om het zg. oesterbroed op te vangen.

Recent heb ik de hand kunnen leggen op RIZA jaarverslagen uit 1931 tot en met 1937 met onderzoeken “naar den toestand van openbare wateren” in Nederland. Ze bevatten een schat van informatie, ook over het werkgebied waarvoor ik een bijzondere aandacht heb het huidige waterschap Brabantse Delta.

Over de jaren 1936 en 1937 werd in één jaarverslag verslag gedaan. Van onderstaande voorbeelden heb ik het juiste jaar van handeling dan ook niet vast kunnen stellen. Het college van B&W van Halsteren vroegen advies over “een plan tot afvoer van hemelwater en huishoudwater, afkomstig van een gedeelte van den Rijksweg Bergen op Zoom – Tholen door het waterschap de Polders van Halsteren naar de Ooster Schelde.” Teneinde het rioolwater te kunnen bergen bij hoog water zou vóór de lozing een spuikom worden aangebracht. Er werd een positief advies afgegeven “indien de gemeente Halsteren bereid zou zijn tot het treffen van maatregelen voor het onschadelijk maken van het rioolwater, voorzoover gewenscht in verband met de oestercultuur, indien ook de gemeente Bergen op Zoom zou overgaan tot het nemen van analoge voorzieningen.” Van hogerhand werden de gemeenten toen gedwongen tot samenwerking.

B&W van de voormalige gemeente ‘s-Gravemoer vroeg goedkeuring voor de demping en riolering van een sloot langs het Emmalaantje. “Waar hierdoor een onooglijke en stinkende sloot, evenals niet minder walgingwekkende open afvoergreppels van woonpercelen zouden verdwijnen.” De goedkeuring werd verkregen hoewel de ongezuiverde lozing op de aan eb en vloed onderhevige haven in stand bleef. De haven werd in 1950 gedempt.

In dit jaarverslag werd uitgebreid aandacht besteed aan de proeven met biologische nazuivering te Tilburg. Een juvenaat te Tilburg met 300 inwoners vroeg advies omdat de Tilburgse Waterleiding maatschappij bezwaren van “hygiënischen” aard had tegen infiltratie van afvalwater in den bodem binnen het beheersgebied van haar grondwaterwinplaats bij toepassing van bevloeiing. De oplossing bleek een kleine installatie volgens Emscher-brunnen en lozing op de Donge.  De gemeente Gilze en Rijen werd geadviseerd een zuiveringsinrichting te bouwen aan de Hoekstraat.

In het verslag wordt veel aandacht besteed aan de vele klachten, in meer dan 20 jaar, over de vervuiling van de Mark door “den ongelimiteerden afvoer van vloeibaar vuil”. De voornaamste veroorzakers worden met name genoemd. Niet alleen de gemeenten Breda, Princenhage, Ginneken en Teteringen maar ook bedrijven zoals de Hollandse Kunstzijde Industrie (HKI), de suikerfabrieken Wittouck, Stampersgat en Zevenbergen. Hierbij veroorzaakten de sulfaten (HKI) door biologische omzettingen naar sulfide en zwavelwaterstof vooral de stank. De in 1930, naar aanleiding van de klachten, ingestelde Mark commissie stelde in een rapport de oprichting van een “afvalwaterschap” voor wat zou moeten leiden tot een centralisatie en zuivering van het ‘vloeibare vuil’. Locatie advies: benedenstrooms van Breda, even ten noorden van den Belcrumpolder. Het zou nog vele jaren duren voordat er een “afvalwaterschap” zou komen. Breda en omgeving was goed in het niet oplossen van problemen. In Over Water 164 schreef ik al: “De moderne tijd liet, rond Breda, nog even op zich wachten.” Ondanks de vele klachten en de ingestelde Mark commissie werd er niet echt haast gemaakt. 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 168: (NATTE/ ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 41 WAT IS DE WAARHEID?

 

| 22-12-2018 | 10.30 uur |


 

OVER WATER – 168: (NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 41 WAT IS DE WAARHEID?

 

Op 7 december stond er op pagina 10/11 van Stad en Streek Bergen op Zoom in BNdeStem een groot artikel met als kop en inleiding: “Miljarden voor brug, sluis en weg”. “De grootste onderhoudsbeurt ooit van Rijkswaterstaat staat voor de deur en duurt tien jaar. De kosten bedragen 3 miljard euro.” “Rijkswaterstaat pompt tot 2030 ruim 3 miljard euro in de renovatie en vervanging van Zeeuwse bruggen, sluizen en wegen. In het Portaal van Vlaanderen in Terneuzen zijn Zeeuwse instanties als provincie, gemeenten, waterschap en de NV Westerscheldetunnel gisteren bijgepraat over de grootste onderhoudsoperatie ooit van Rijkswaterstaat. De komende tien jaar worden 27 Zeeuwse sluizen, bruggen, wegen en andere objecten – zoals oevers en doorlaatmiddelen – aangepakt.”

Nieuwsgierig en achterdochtig als ik ben, vroeg ik mij onmiddellijk af: zit daar ook het al jaren uitgestelde onderhoud in van de zoet/zoutscheiding in bij voorbeeld de Krammersluizen en de Bergse Diepsluis? Omdat ik dingen graag uit de eerste hand weet gebruikte ik het contactformulier op de website van Rijkswaterstaat die dag om een mail te versturen met de volgende tekst: “Vandaag staat er in BNdeStem een groot artikel “Miljarden voor brug, sluis en weg Infrastructuur Rijkswaterstaat. De grootste onderhoudsbeurt ooit van Rijkswaterstaat staat voor de deur en duurt tien jaar. De kosten bedragen 3 miljard euro.” Waar kan ik de informatie vinden waarop dat artikel is gebaseerd? Mijn aandacht richt zich vooral op het al jaren uitgestelde onderhoud aan de sluizen rond het Volkerak-Krammer-Zoommeer systeem. Waar kan ik vinden wat er en wanneer aan onderhoud gaat plaatsvinden?”

Na enige tijd ontving ik een reactie op mijn vraag. “Onze reactie: Onderstaand doen wij u een link toekomen, waarin u de informatie betreffende  de verjongings- en vernieuwingsopgave voor oude tunnels, viaducten, sluizen en bruggen tot 2028 kunt vinden.”

https://www.rijkswaterstaat.nl/nieuws/2018/11/opnieuw-40-bruggen-sluizen-en-tunnels-geselecteerd-voor-opknapbeurt.aspx

Er zijn nogal wat verschillen tussen het artikel en het nieuwsbericht van Rijkswaterstaat:
– Geen 3 miljard maar 1,5 miljard voor de komende 10 jaar.
– Niet alleen voor Zeeland, maar voor heel Nederland.
– Voor de sluizen in Zeeland  staat volgens het nieuwsbericht van Rijkswaterstaat alleen de besturingsinstallatie op het programma.

Met iedere schutting komt ’t zoute binnen

Mijn achterdocht is groot. Het onderhoud aan de sluizen is al vele jaren uitgesteld. Dat uitstel heeft geleid tot een sluipende verzilting van het Volkerak Zoommeer systeem. Over de sluipende verzilting schreef ik eerder. In maart 2015 schreef ik in “Wat is de waarheid 4” al nadrukkelijk over het achterstallig onderhoud. Toen was de minister helder en openhartig “Zolang het Volkerak-Zoommeer zoet is zal Rijkswaterstaat de afspraken nakomen die zijn opgenomen in het Waterakkoord Volkerak-Zoommeer (2001) over het chloridegehalte in het meer. Om dit te kunnen doen is groot onderhoud aan het zoet-zout scheidingssysteem in het Krammersluizencomplex nodig. Dit is enige jaren uitgesteld in afwachting van een besluit over een zoet of zout Volkerak-Zoommeer. Hierdoor is er sprake van een grotere lek van zout door deze sluizen.” Toen erkende de minister feitelijk dat Rijkswaterstaat al jaren zich niet heeft gehouden aan het in 2001 afgesloten Waterakkoord. Sommige teksten blijven actueel. In (natte/zoute) droom of nachtmerrie 34 (december 2015) schreef ik: “Er is maar één echte oplossing en dat is herstel van de zoet/zout scheiding door het achterstallig onderhoud aan de Krammersluizen nu eindelijk eens uit te voeren. Een halfslachtig waterakkoord is niet meer dan een doekje voor het bloeden. Nu moet eindelijk de wond echt eens gehecht worden. Dan pas ontstaat er weer vertrouwen bij de agrariërs dat het kan gaan werken en de afspraken na gekomen worden.” In (natte/zoute) droom of nachtmerrie 29 (mei 2015) schreef ik over de “grote leugens”. Ik weet nu weer niet wat waar is. Maar ik, en veel agrariërs (die afhankelijk zijn van goed zoet water) en veel recreatieondernemers en recreanten in het Volkerak/Zoommeer gebied willen wel graag weten wat er nu echt gaat gebeuren en wanneer. Graag voor hen vindbaar op websites van Rijkswaterstaat, zodat zij daar rekening mee kunnen houden voor de toekomst. Een mooi verhaal in de krant is voor hen ‘geen brood op de plank’. Goed zoet water wel. Nu komt met iedere schutting ’t zoute binnen, dat moet eindigen! 

Louis van der Kallen