TWEEDE KAMER FRACTIES INZ. KIERBESLUIT – A012

 


 

Bergen op Zoom, 17 oktober 2006

 

Aan de leden van de Tweede Kamer

per e-mail

 

Geachte leden van het parlement,

In het recente verleden is op rijksniveau het Kierbesluit genomen, waarin is bepaald dat de verzilting van het Haringvliet niet verder mag komen dan de denkbeeldige lijn Haven Middelharnis – Spui.

Met dit Kierbesluit zijn grote bedragen gemoeid, gericht op allerlei aanpassingen.

Uit de Haringvlietkrant begrijp ik dat in de droge periode van november 2005 er een zogenaamde achterwaartse verzilting (via Nieuwe Waterweg, de Oude Maas, het Spui en de Dordtsche Kil) heeft plaatsgevonden van het Haringvliet en het Hollandsdiep.

Ruim twee maanden kon het drinkwaterbedrijf Evides geen water innemen.

Deze verzilting is relatief uitzonderlijk. Maar met een stijgende zeespiegel en mogelijk langere perioden van lage rivierafvoeren zou dit vaker op kunnen gaan treden.

Nu viel deze achterwaartse verzilting ver buiten het groeiseizoen. Wanneer dit echter gebeurt in de zomer, kan dit ernstige gevolgen hebben voor waterinlaatmogelijkheden van o.a. West Brabant.

Het nieuwe beheer van de Haringvlietsluizen doet ook in droge perioden een extra beroep op de beschikbaarheid van zoet water en beperkt eventuele doorspoelmogelijkheden van het Volkerak/Zoommeer ten behoeve van de bestrijding/voorkoming van blauwalgen.

Is het niet tijd om op basis van de huidige kennis en de per mei 2006 bijgestelde klimaatmodellen het zogenoemde Kierbesluit ter discussie te stellen, onder het motto beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald?

Met de meeste hoogachting,

L.H. van der Kallen