OVER WATER – 22: PRIJSVRAAG “WATERSCHAPPEN IN HET JAAR VAN DE RUIMTE”

 

| 24-12-2015 | 12:00 uur |


 

16 december
In de ochtend twee boerenbedrijven bezocht in de Overdiepse Polder om te praten over de nog te regelen zaken, zodat ook voor hen het project goed en tot genoegen afgerond kan worden.

17 december
In de ochtend weer een gesprek met een boerengezin over hun punten die nog afgerond moeten worden. Stapje voor stapje worden de resterende zaken geregeld en komt het project tot een afronding. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst.
In de middag het regionaal ruimtelijk overleg Midden Brabant (Hart van Brabant) op de locatie Bosrijk/Efteling met gedeputeerde Erik van Merrienboer als voorzitter. Voor mij als vertegenwoordiger van een waterschap in dit gezelschap van wethouders, waren de agendapunten over de omgevingswet en de totstandkoming van gemeentelijke en provinciale omgevingsvisies van belang en de werkafspraken ‘kwaliteitsverbetering landschap Hart van Brabant’. Als waterschappen willen wij daar graag bij betrokken worden omdat we denken dat de inbreng van de waterschappen daar waardevol kan zijn en er door meer integraal te werken geld bespaard kan worden en kwaliteit worden toegevoegd.

22 december
Vandaag de laatste DB vergadering van het jaar met een forse agenda met onder andere een evaluatie van het afkoppelbeleid en een onderzoek op grond van artikel 109A van de Waterschapswet. Een belangrijk verbeterpunt is dat de normen/ beleidsregels inzake dit beleid transparanter samengevat dienen te worden. Nu is het voor bijvoorbeeld gemeenten niet altijd helder wat de normen zijn voor afkoppelen c.q. de eisen qua retentie bij nieuwe ontwikkelingen. Er zou, afgestemd met de gemeenten, een lange termijn visie integraal beleid stedelijk water moeten komen, waarbij, om meer kosteneffectief te worden, de maatwerkgedachte centraal zou moeten staan. Doelmatiger zou ook zijn als het waterschap bij nieuwe gemeentelijke bouwplannen eerder bij het planproces en de projectvoorbereiding wordt betrokken. Het handhavingsuitvoeringsprogramma 2016, alsmede het ontwerp projectplan ‘natte natuurparel Lage Vuchtpolder’ werden vastgesteld.

Besproken werd ook het juryrapport van de prijsvraag “waterschappen in het jaar van de ruimte”.  In Over Water 20 schreef ik al over de prijsvraag. Toen schreef ik: “De winnaar was het HoWaBo project van waterschap Aa en Maas. Een prachtig project naar mijn mening en die van de jury. Maar smaken verschillen. Op 13 november werden dezelfde ingediende projecten beoordeeld door een ‘publieksjury’ bestaande uit waterschapsbestuurders. De uitslag was geheel anders. De winnaar van toen, de waterberging Zundert, behoorde nu niet eens tot de genomineerden. Voor mij leidt dit tot de conclusie dat, als we werkelijk een ruimtelijke kwaliteitsslag willen maken, we de bestuurders op cursus moeten sturen, want die schijnen er dus niets van te snappen terwijl ze wel de beslissingen nemen. Of zijn de geleerde dames en heren van de jury op een eiland terecht gekomen en leven ze in een andere wereld? Zowel de winnaar van toen (mijn eigen waterschap) als de echte winnaar het HoWaBo project verdienen wat mij betreft de hoofdprijs.”

Uit het totale juryrapport bleek nu dat de winnaar in de ogen van de waterschapbestuurders onze waterberging Zundert niet eens bij de eerste juryselectie zat (10 projecten uit de 16 ingestuurde projecten). Het verschil tussen de beslissers over projecten (de bestuurders) en de ‘deskundige’ jury is wel heel groot. Wat veruit de NUMMER 1 was voor de bestuurders zat niet eens bij de eerste tien (van zestien) bij de jury. De jury, bestaande uit: Prof. Ir. Eric Luiten (Voorzitter en Rijksadviseur Landschap en Water), en Jannemarie de Jonge (geassocieerd lid van de Raad voor de Leefomgeving), en Hamit Karakus (oud wethouder van Rotterdam en nu algemeen directeur van Platform 31), en Paul van Eijk (lector duurzame watersystemen aan de Hogeschool VHL), kwam dus tot totaal andere conclusies dan de waterschapbestuurders!

grumpyMisschien ben ik een grumpy die slecht tegen zijn verlies kan, maar het is geen goede zaak dat tussen beslissers en ‘deskundigen’ zo’n groot verschil van mening is over wat ruimtelijke kwaliteit is. Wel kan ik constateren dat de ambtenaren van ons waterschap heel goed weten wat hun bestuurders willen en mooi vinden. Waterschapsprojecten moeten vooral functioneel zijn maar, als het kan, ook kwaliteit toevoegen aan de ruimte die in ons land zo schaars is.

Zelf heb ik het idee dat de juryleden wel heel ver afstaan van de kerntaken van een waterschap. Maar anderzijds kunnen waterschapsbestuurders en ambtenaren leren van wat anderen ruimtelijke kwaliteit vinden. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 19

 

| 28-11-2015 | 10:15 uur |


 

23 november

In de middag in Theater De Mythe te Goes een bijeenkomst van wethouders en waterschapsbestuurders uit het gebied van Samenwerking (afval)waterketen Zeeland. Voor mij interessant omdat bij deze bijeenkomst ook de Stowa en Rioned betrokken waren. Een leerzame bijeenkomst en discussie onder de deskundige leiding van Karla Peijs, de oud commissaris van de Koningin van Zeeland en oud voorzitter van de Visitatiecommissie Waterketen. Veel leermomenten die ik kan gebruiken bij mijn bestuurlijke trekkerschap van de werkeenheden Hart van Brabant en Werkeenheid 4 (gemeenten Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg, Werkendam, Woudrichem en Aalburg). Wethouders van de Zeeuwse gemeenten waren massaal aanwezig. Van de gemeenten in West – Brabant was alleen de leergierige wethouder Paul de Beer van Breda aanwezig. Die kwam wel kennis en inspiratie opdoen. Waar was Bergen op Zoom? Was de eerste vraag die bij mij op kwam. Ze bleken In Domburg te zitten! Vast ook om inspiratie op te doen. Mijn vraag is dan altijd waar is het voornemen om vooral Bergse ondernemers de klandizie te gunnen. Het deze week ook geplande college bezoek aan Veere zal zeker water inspiratie opleveren. De wethouder van Veere die ik gesproken heb was daar van overtuigd.

24 november
Groene-Boomkikker
In de morgen DB vergadering met onder andere de agendapunten: EVZ boomkikker (Breda, Gilze en Rijen), blauwalgenoverlast, afvalwaterakkoord Gilze en Rijen. Maar het mooiste vond ik zelf het verzoek/plan van een ondernemer die zich wil storten in de natte rijstteelt in een waterberging en daar zelfs een karbouw voor wil inzetten. Als het lukt kan het zelfs een toeristische attractie worden!

Later op de dag een PHO over het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak.

25 november
Thema AB met als onderwerpen: bestuurlijke integriteit en asset management (hoe gaan we om met onze bezittingen/installaties). Bij het onderwerp bestuurlijke integriteit was er een interessante bijdrage van Hans Groot van Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector (BIOS). Bij het onderwerp asset management werden wij als bestuursleden aan het werk gezet om zelf tot prioriteiten te komen.

26 november
En hele dag in Den Bosch, lokatie Koning Willem 1 college (School voor de Toekomst) op het Festival Ruimtelijke Kwaliteit 2015. Een leerzame bijeenkomst waar ik zelf drie sessies bijwoonde over de mogelijke alternatieven voor een aanpak van een weg (N625) tussen Den Bosch en Oss. Er mocht uitgebreid gedroomd worden. Normaal ben ik daar niet zo voor, maar in de ‘School voor de Toekomst’ in een oranje lokaal liet ook ik mijn fantasie een beetje los. Wat mij voor al opviel was dat gemeentelijke en provinciale beleidsambtenaren en wethouders zich wel heel weinig gelegen laten liggen aan het feit dat deze weg deels gelegen is op een dijk. Dus dat het water van de Maas ook in de toekomst wel gekeerd moet kunnen worden. Gelukkig kon ik als waterschapsbestuurder hier en daar de dromers een beetje terug op aarde krijgen.    

Louis van der Kallen

 


BEREIKTE RESULTATEN – 0035

 


 

Bergen op Zoom, 26 juni 2008

 

Aan het Dagelijks Bestuur

van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

Geacht Dagelijks Bestuur,

Dank voor de terbeschikkingstelling van de Eindrapportage 1e Bestuursovereenkomst periode 2004-2007. Na de ontvangst gisteren heb ik met enige schaamte kennisgenomen van de door ons waterschap bereikte resultaten. Ons Waterschap komt er vergeleken met de andere Brabantse waterschappen zeer slecht uit. Bij alle in de grafieken vergeleken resultaten heeft ons waterschap van de vier Brabantse waterschappen het slechtste gepresteerd.

– Bij de verdrogingsbestrijding realiseerde de Brabantse waterschappen gemiddeld 42 % van de te realiseren hectares. Brabantse Delta slechts 12 %.

– Bij waterberging realiseerde de Brabantse waterschappen gemiddeld 16 % van de te realiseren hectares. Brabantse Delta slechts 8 % .

– Bij beek- en kreekherstel realiseerde de Brabantse waterschappen gemiddeld 37 % van de af te ronden kilometers. Brabantse Delta slechts 13 %.

– Bij de ecologische verbindingszones realiseerde de Brabantse waterschappen gemiddeld 32 % van de af te ronde kilometers. Brabantse Delta slechts 16 %.

– Bij de vistrappen realiseerde de Brabantse waterschappen gemiddeld 60 % van de af te ronden aantallen. Brabantse Delta slechts 38 %.

Het bovenstaande is niet iets om trots op te zijn. Hoe is het mogelijk dat ons waterschap zo evident slecht heeft gepresteerd? Wat zijn de verklaringen dat de andere Brabantse waterschappen de doelen sneller weten te realiseren dan het waterschap Brabantse Delta?

Graag een schriftelijk antwoord dat behandeld kan worden in de eerst komende algemene vergadering.

Hoogachtend,

Louis van der Kallen

 


B&W GEMEENTE BERGEN OP ZOOM INZ. VOLKERAK-ZOOMMEER – A008

 


 

Bergen op Zoom, 28 februari 2006

 

Aan het College van Burgemeester

en Wethouders der Gemeente Bergen op Zoom

Postbus 35

4600 AA Bergen op Zoom

 

Betreft: Volkerak-Zoommeer, kenmerk LK/6009

 

Geacht College,

Zaterdag 25 februari 2006 is bij ondergetekende de PKB Ruimte voor de Rivier, delen 2 en 3 op de mat gevallen. Bij het doorlezen van de ruim 280 pagina’s ben ik niet vrolijker geworden. Sterker nog, ik voel mij met een kluitje in het riet gestuurd door Uw College, als het gaat om de zekerheden, verkregen door Uw College ten aanzien van de beveiliging tegen wateroverlast van ons gemeentelijk territoir ingeval van de voorgenomen waterberging in het Volkerak-Zoommeer-systeem.

Wethouder Withagen heeft een en andermaal verzekerd dat het Kabinet bij monde van de Staatssecretaris oog en geld zou hebben voor de Bergse en West Brabantse problemen (water stopt immers niet bij de gemeentegrens). Een specifieke reservering voor het Volkerak-Zoommeer-probleem, in geval van berging, is in de stukken niet te vinden!

Maar wat nog veel erger is: de Staatssecretaris legt de bal allereerst bij de gemeenten en waterschappen (zonder er geld bij te leggen). Het verslag van het bestuurlijk overleg in Gorinchem op 6 september 2005 is glashelder:

“De effecten bij de gemeenten in West-Brabant bij waterberging op het Volkerak-Zoommeer, zijn bekend. Ook in het verleden is deze maatregel al eens ingezet en zijn effecten op lokaal gebied gesignaleerd. Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is overeen gekomen dat gemeenten op regionaal niveau hun problemen moeten oplossen. Hiervoor is als eenmalige stimulans ? 100 mln. subsidie beschikbaar gesteld. Slechts als de problemen onevenredig veel op de regio worden afgewenteld zal het rijk naar een oplossing zoeken. Als Bergen op Zoom inderdaad geen kant op kan dan moeten we daar goed naar kijken. Ruimte voor de Rivier mag niet leiden tot overstromingen in een gemeente, maar de regionale overheden moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen.”.

De genoemde 100 miljoen is een oude toezegging, die inmiddels reeds lang is uitgegeven middels subsidies verstrekt aan gemeenten en waterschappen in het gehele land.

Geen nieuw geld dus en die pot is reeds leeg en was meerdere malen overtekend.

Wat de D66/BSD-fractie bij kans onverteerbaar vindt is, dat Uw College bij dit overleg niet vertegenwoordigd was door de Wethouder die zich opwerpt als de ‘kampioen waterbeheerder’, maar door de in Gorinchem zwijgzame heer Janssen en een ambtenaar. Van deze vertrekkende Wethouder, een partijgenoot van de Staatssecretaris, was toch nauwelijks weerwoord te verwachten. Het kwam dus ook niet.

Het is een gotspe dat West-Brabant en Bergen op Zoom moeten dokken en met de problemen worden opgescheept door en van anderen. De rapportage Togtema en het Nationaal Bestuursaccoord Water worden met de voeten getreden en Bergen op Zoom zwijgt!

Het enige wat in de PKB deel 3 (het kabinetsstandpunt) staat over de berging op het Volkerak-Zoommeer is:

“De inzet van de maatregel kan de afwatering van de Brabantse Delta bemoeilijken. Dit zal in de planstudie nader worden onderzocht.”.

en

“Met de maatregel berging op het Volkerak-Zoommeer wordt dijkversterking in een groot gebied voorkomen. De mogelijk negatieve effecten voor de regionale afwatering en de specifieke effecten bij het Waterfront Tholen, het recreatiegebied Speelmansplaten, steigers in havens en mogelijk andere gebieden zullen in de vervolgfase nader worden bekeken. In deze vervolgfase zullen de opties om deze effecten alsnog te vermijden of te compenseren worden onderzocht.

In de kostenraming bij deze PKB is rekening gehouden met de mogelijk noodzakelijke extra maatregelen voor het behouden van de veiligheid van het regionale watersysteem.”.

In de kostenraming is echter geen geld te vinden voor het gemelde!

Eén van de trucjes van het Kabinet is regelrechte misleidende handigheid.

Het plangebied is tussen de PKB deel 1 en de PKB deel 3 gewijzigd. Dit zonder een vermelding in de tekst.

In deel 1 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (zonder het Volkerak-Zoommeer).

In deel 3 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (met het Volkerak-Zoommeer).

De MER over het plangebied is echter zonder het Volkerak-Zoommeer uitgevoerd!

Ondergetekende heeft geen aankondiging van een nieuwe MER of een MER speciaal voor het Volkerak-Zoommeer kunnen vinden. Dit is naar de mening van de D66/BSD-fractie in flagrante strijd met de wet en regelgeving.

Vragen ex artikel 37
1.Op welke concrete schriftelijke toezeggingen waren/zijn de namens het College uitgesproken “Bergen op Zoom zal gecompenseerd worden voor de te nemen maatregelen” gebaseerd?
2.Waarom was Wethouder Janssen op 6 september 2005 bij het bestuurlijk overleg in Gorinchem en niet de ‘waterwethouder’ Withagen?
1.Waarom zijn de woorden van de Staatssecretaris “Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem” niet meteen weersproken? Het probleem wordt immers veroorzaakt door anderen. In het Nationaal Bestuursaccoord Water is immers afwentelen verboden! Of gelden voor het Rijk andere regels?
2.Wat denkt de gemeente te gaan doen aan de trucjes inzake het plangebied?
3.Is het College bereid hier tegen juridische stappen te ondernemen?

Uw reacties afwachtend,

Hoogachtend,

Namens de D66/BSD-fractie,

Louis van der Kallen

 


VOLKERAK – ZOOMMEER – 0014

 


 

Bergen op Zoom, 28 februari 2006

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het

Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

Geacht Dagelijks Bestuur,

Zaterdag 25 februari 2006 is bij ondergetekende de PKB Ruimte voor de Rivier, delen 2 en 3 op de mat gevallen. Bij het doorlezen van de ruim 280 pagina’s ben ik niet vrolijker geworden. Sterker nog, ik voel mij met een kluitje in het riet gestuurd door Uw Dagelijks Bestuur.

Uw geruststellende woorden inzake de te nemen maatregelen in geval van waterberging op het Volkerak-Zoommeer lijken nu misplaatst c.q. voorbarig, zeker met betrekking tot de kosten te dragen door ons waterschap.

Een specifieke reservering voor het Volkerak-Zoommeer-probleem, in geval van berging, is in de stukken niet te vinden!

Maar wat nog veel erger is: de Staatssecretaris legt de bal allereerst bij de gemeenten en waterschappen (zonder er geld bij te leggen). Het verslag van het bestuurlijk overleg in Gorinchem op 6 september 2005 is glashelder:

“De effecten bij de gemeenten in West-Brabant bij waterberging op het Volkerak-Zoommeer, zijn bekend. Ook in het verleden is deze maatregel al eens ingezet en zijn effecten op lokaal gebied gesignaleerd. Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is overeen gekomen dat gemeenten op regionaal niveau hun problemen moeten oplossen. Hiervoor is als eenmalige stimulans ? 100 mln. subsidie beschikbaar gesteld. Slechts als de problemen onevenredig veel op de regio worden afgewenteld zal het rijk naar een oplossing zoeken. Als Bergen op Zoom inderdaad geen kant op kan dan moeten we daar goed naar kijken. Ruimte voor de Rivier mag niet leiden tot overstromingen in een gemeente, maar de regionale overheden moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen.”.

De genoemde 100 miljoen is een oude toezegging, die inmiddels reeds lang is uitgegeven middels subsidies verstrekt aan gemeenten en waterschappen in het gehele land.

Geen nieuw geld dus en die pot is reeds leeg en was meerdere malen overtekend.

Wat ondergetekende bij kans onverteerbaar vindt is, dat onze vertegenwoordiger, de heer K. Coppens, de woorden van de Staatssecretaris niet weersproken heeft. Het is bij het voorlezen van de voorbereide tekst gebleven, terwijl hier een assertieve reactie op zijn plaats zou zijn geweest.

Het is een gotspe dat West-Brabant moet dokken en met de problemen wordt opgescheept door en van anderen. De rapportage Togtema en het Nationaal Bestuursaccoord Water worden met de voeten getreden en het waterschap Brabantse Delta zwijgt!

Het enige wat in de PKB deel 3 (het kabinetsstandpunt) staat over de berging op het Volkerak-Zoommeer is:

“De inzet van de maatregel kan de afwatering van de Brabantse Delta bemoeilijken. Dit zal in de planstudie nader worden onderzocht.”.

en

“Met de maatregel berging op het Volkerak-Zoommeer wordt dijkversterking in een groot gebied voorkomen. De mogelijk negatieve effecten voor de regionale afwatering en de specifieke effecten bij het Waterfront Tholen, het recreatiegebied Speelmansplaten, steigers in havens en mogelijk andere gebieden zullen in de vervolgfase nader worden bekeken. In deze vervolgfase zullen de opties om deze effecten alsnog te vermijden of te compenseren worden onderzocht.

In de kostenraming bij deze PKB is rekening gehouden met de mogelijk noodzakelijke extra maatregelen voor het behouden van de veiligheid van het regionale watersysteem.”.

In de kostenraming is echter geen geld te vinden voor het gemelde!

Eén van de trucjes van het Kabinet is regelrechte misleidende handigheid.

Het plangebied is tussen de PKB deel 1 en de PKB deel 3 gewijzigd. Dit zonder een vermelding in de tekst.

In deel 1 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (zonder het Volkerak-Zoommeer).

In deel 3 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (met het Volkerak-Zoommeer).

De MER over het plangebied is echter zonder het Volkerak-Zoommeer uitgevoerd!

Ondergetekende heeft geen aankondiging van een nieuwe MER of een MER speciaal voor het Volkerak-Zoommeer kunnen vinden. Dit is naar mijn mening in flagrante strijd met de wet en regelgeving.

Vragen

1. Op welke concrete schriftelijke toezeggingen waren/zijn de namens het DB uitgesproken “het waterschap zal gecompenseerd worden voor de te nemen maatregelen” gebaseerd?

2. Waarom is op 6 september 2005 er voor gekozen de relatief onervaren waterschapsbestuurder K. Coppens af te vaardigen naar de bijeenkomst in Gorinchem en waarom was hij niet ter plaatse ambtelijk ondersteund? Diverse organisaties waren zowel bestuurlijk als ambtelijk vertegenwoordigd!

3. Waarom zijn de woorden van de Staatssecretaris “Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem” niet meteen weersproken? Het probleem wordt immers veroorzaakt door anderen. In het Nationaal Bestuursaccoord Water is immers afwentelen verboden! Of gelden voor het Rijk andere regels?

4. Wat denkt het waterschap te gaan doen aan de trucjes inzake het plangebied?

5. Is het waterschap bereid hier tegen juridische stappen te ondernemen?

Uw reacties afwachtend,

Hoogachtend,

Louis van der Kallen

 


VOLKERAK-ZOOMMEER – 0015

 


 

Bergen op Zoom, 28 februari 2006

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het

Waterschap De Zeeuwse Eilanden

Per e-mail

Geacht Dagelijks Bestuur,

Zaterdag 25 februari 2006 is bij ondergetekende de PKB Ruimte voor de Rivier, delen 2 en 3 op de mat gevallen. Bij het doorlezen van de ruim 280 pagina’s ben ik niet vrolijker geworden. Sterker nog, ik voel mij met een kluitje in het riet gestuurd door Uw Dagelijks Bestuur.

Uw geruststellende woorden inzake de te nemen maatregelen in geval van waterberging op het Volkerak-Zoommeer lijken nu misplaatst c.q. voorbarig, zeker met betrekking tot de kosten te dragen door ons waterschap.

Een specifieke reservering voor het Volkerak-Zoommeer-probleem, in geval van berging, is in de stukken niet te vinden!

Maar wat nog veel erger is: de Staatssecretaris legt de bal allereerst bij de gemeenten en waterschappen (zonder er geld bij te leggen). Het verslag van het bestuurlijk overleg in Gorinchem op 6 september 2005 is glashelder:

“De effecten bij de gemeenten in West-Brabant bij waterberging op het Volkerak-Zoommeer, zijn bekend. Ook in het verleden is deze maatregel al eens ingezet en zijn effecten op lokaal gebied gesignaleerd. Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem. In het Nationaal Bestuursakkoord Water is overeen gekomen dat gemeenten op regionaal niveau hun problemen moeten oplossen. Hiervoor is als eenmalige stimulans ? 100 mln. subsidie beschikbaar gesteld. Slechts als de problemen onevenredig veel op de regio worden afgewenteld zal het rijk naar een oplossing zoeken. Als Bergen op Zoom inderdaad geen kant op kan dan moeten we daar goed naar kijken. Ruimte voor de Rivier mag niet leiden tot overstromingen in een gemeente, maar de regionale overheden moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen.”.

De genoemde 100 miljoen is een oude toezegging, die inmiddels reeds lang is uitgegeven middels subsidies verstrekt aan gemeenten en waterschappen in het gehele land.

Geen nieuw geld dus en die pot is reeds leeg en was meerdere malen overtekend.

Wat ondergetekende zeer bevreemd is dat het waterschap Zeeuwse Eilanden niet vertegenwoordigd was op het bestuurlijk overleg op 6 september 2005 in Gorinchem. Het weerspreken van de Staatssecretaris was derhalve niet mogelijk.

Het is een gotspe dat Waterschap Zeeuwse Eilanden, vanwege Tholen en St. Philipsland, moet dokken en met de problemen wordt opgescheept door en van anderen. De rapportage Togtema en het Nationaal Bestuursaccoord Water worden met de voeten getreden en het waterschap Zeeuwse Eilanden is afwezig!

Het enige wat in de PKB deel 3 (het kabinetsstandpunt) staat over de berging op het Volkerak-Zoommeer is:

“De inzet van de maatregel kan de afwatering van de Brabantse Delta bemoeilijken. Dit zal in de planstudie nader worden onderzocht.”.

en

“Met de maatregel berging op het Volkerak-Zoommeer wordt dijkversterking in een groot gebied voorkomen. De mogelijk negatieve effecten voor de regionale afwatering en de specifieke effecten bij het Waterfront Tholen, het recreatiegebied Speelmansplaten, steigers in havens en mogelijk andere gebieden zullen in de vervolgfase nader worden bekeken. In deze vervolgfase zullen de opties om deze effecten alsnog te vermijden of te compenseren worden onderzocht.

In de kostenraming bij deze PKB is rekening gehouden met de mogelijk noodzakelijke extra maatregelen voor het behouden van de veiligheid van het regionale watersysteem.”.

In de kostenraming is echter geen geld te vinden voor het gemelde!

Eén van de trucjes van het Kabinet is regelrechte misleidende handigheid.

Het plangebied is tussen de PKB deel 1 en de PKB deel 3 gewijzigd. Dit zonder een vermelding in de tekst.

In deel 1 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (zonder het Volkerak-Zoommeer).

In deel 3 is op kaart 1 de topografie van het plangebied afgebeeld (met het Volkerak-Zoommeer).

De MER over het plangebied is echter zonder het Volkerak-Zoommeer uitgevoerd!

Ondergetekende heeft geen aankondiging van een nieuwe MER of een MER speciaal voor het Volkerak-Zoommeer kunnen vinden. Dit is naar mijn mening in flagrante strijd met de wet en regelgeving.

Vragen

1. Op welke concrete schriftelijke toezeggingen waren/zijn de namens het DB uitgesproken “het waterschap zal gecompenseerd worden voor de te nemen maatregelen” gebaseerd?

2. Waarom was het Waterschap Zeeuwse Eilanden op 6 september 2005 in het bestuurlijk overleg niet vertegenwoordigd?

3. Hoe denkt het DB de mening van de Staatssecretaris “Een gemeente of het waterschap moet gesteld staan voor haar eigen waterprobleem” te weerspreken? Het probleem wordt immers veroorzaakt door anderen. In het Nationaal Bestuursaccoord Water is immers afwentelen verboden! Of gelden voor het Rijk andere regels?

4. Hoe brengt het DB naar voren dat, buiten de afwatering van West Brabant, ook de afwatering van delen van het Waterschap Zeeuwse Eilanden door berging op het Volkerak-Zoommeer bemoeilijkt worden?

5. Wat denkt het waterschap te gaan doen aan de trucjes inzake het plangebied?

6. Is het waterschap bereid hier tegen juridische stappen te ondernemen?

Uw reacties afwachtend,

Hoogachtend,

Louis van der Kallen