(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12: WAT IS DE WAARHEID? – 2

 

| 04-01-2015 | 11:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12

Wat is de waarheid? – 2

 

jachthaven 2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.  

De ontwerp-rijksstructuurvisie is bijna juichend over de door de verzilting te verwachten positieve effecten voor het toerisme. Als dat werkelijk voor het hele gebied zo zou zijn waarom hebben dan maar liefst zes jachthaven/watersport bedrijven, die afhankelijk zijn van het watersporttoerisme dan een zienswijze ingediend met de volgende vier verzoeken:

  1. Voorlopig af te zien van verzilting van het VZM, totdat duidelijk is of de overlast van blauwalg terugkeert.
  2. Geheel af te zien van verzilting van het VZM als in een later stadium blijkt dat de kans dat overlast van blauwalg terugkeert nihil is.
  3. Te onderkennen dat verzilting van het VZM forse negatieve effecten met zich meebrengt voor de havens achter de Manderssluis en het Benedensas.
  4. De rijksstructuurvisie en de onderliggende MER en MKBA te heroverwegen en zo nodig aan te passen op de punten zoals in de bijlage bij deze brief genoemd.  

Zouden de zes bedrijven: Jachthaven Waterkant te Dinteloord, Jachtcentrum te Dintelmond, Jachthaven de Vlije te Steenbergen, het Bunkerstation AM van der Kolk te Dinteloord, Stevens Nautical te Heijningen en Jachthaven de Schapenput in de Heen, hun belangen niet zien? Of is het zo dat in de stukken vooral de voordelen aan bod zijn gekomen.  

Volgens hen is het voornaamste nadeel voor de waterrecreatie het opnieuw in bedrijf nemen van de Manderssluis en het Benedensas. Daarmee vermindert de bereikbaarheid van de Brabantse binnenwateren, omdat geschut moet worden om de havens achter de sluizen (zes jachthavens met gezamenlijk zo’n 1.550 ligplaatsen) te bereiken. Daarnaast voorzien zij stankoverlast van rottende zeesla, juist bij de Manderssluis en het Benedensas. 

Deze extra barrière voor hun klanten heeft een sterk negatief effect, zowel op het aantal overnachtingen van passanten als op de aantrekkelijkheid van de vaste ligplaatsen. Dat blijkt naar hun inzicht uit het feit dat de havens achter deze twee sluizen pas goed tot ontwikkeling zijn gekomen na de afsluiting van de Philips- en Oesterdam. In de Maatschappelijke Kosten/baten analyse (MKBA) is dit negatieve effect amper meegenomen voor de passanten en helemaal niet voor de vaste ligplaatsen, terwijl het overgrote deel van de inkomsten van een jachthaven komt uit de liggelden van de vaste ligplaatshouders. Het niet meenemen van deze negatieve effecten is in hun ogen onterecht. “Verzilten van het VZM zal een zeer zware wissel trekken op de rentabiliteit en levensvatbaarheid van onze havens”, was hun harde conclusie. Voor wie is het dan wel voordelig? Ons Water sluit niet uit dat dit de havens zijn langs de Grevelingen. Ook hier lijkt het erop dat de Zeeuwen goede zaken doen met de structuurvisie en West-Brabant wederom aan het kortste eind trekt en de rekening mag betalen!

Louis van der Kallen