OOSTERHOUT: GOED VOORBEELD

 


| jaar 2 | nr. 034 | 10-03-2019 |

| OOSTERHOUT: GOED VOORBEELD | 

(geluid aanzetten in video).

De Gemeente Oosterhout heeft voor de oplossing van een wateroverlastprobleem berging, recreatie en ecologie gecombineerd

 


 

 

OVER WATER 167: VERGROENEN MOET

 

| 15-12-2018 | 09.30 uur |


 

OVER WATER 167: VERGROENEN MOET

 

foto beschikbaar gesteld door Fien Dekker

De afgelopen jaren heb ik veel geschreven over de noodzaak anders om te gaan met gebouwen en verhardingen. In Over Water 158 heb ik uitgebreid aangegeven wat burgers zelf kunnen doen. In een artikeltje in de BSD nieuwsbrief in mei 2016 heb ik als voorbeeld gegeven de Rain(a)way-tegels, een nieuwe doorbraak in de strijd tegen overtollig water. In een artikel in juli 2016 heb ik geschreven over de groeiende belangstelling voor nuttige en esthetische toepassingen van groen op harde verticale oppervlakken, zoals beton. Op een recent door mij bezochte beurs over de inrichting van de openbare ruimte werd veel aandacht besteed aan hoe ook met toepassing van min of meer traditionele bestratingsmaterialen het verhard oppervlak kan vergroenen. Zelfs betonfabrikanten komen met complete productlijnen met de kreet “steen ontmoet gras” die laten zien dat vergroenen van grote oppervlakten esthetisch, met behoud van functionaliteit, gewoon kan. Ook komen er allerlei systemen om groen tegen gevels goed en duurzaam toe te gaan passen.

De afgelopen zomer laat zien dat een aanpak van hittestress en een waterbeheer dat zowel een bijdrage levert aan de aanpak van verdroging en wateroverlast nu echt van de grond moet gaan komen. Maar er zijn veel meer positieve effecten van vergroening, zoals vermindering van de verdroging in de  natuur, vermindering hittestress, verbetering luchtkwaliteit, verbetering van de biodiversiteit en verhoging van de belevingswaarde van een meer groene omgeving. Zo heeft gevelbeplanting tal van voordelen: het beschermt een gebouw tegen opwarming door de zon en zorgt voor verkoeling in de zomer, het verlaagt het warmteverlies in de winter door het beperken van de windeffecten, het reduceert geluidsoverlast, het heeft een brandvertragende werking, het vergroot de belevingswaarde, het verfraait de omgeving en het straatbeeld, het zorgt mede voor een goede luchtvochtigheid, het levert, door verdamping van water, een bijdrage aan een koeler klimaat in de zomer, het zuivert de lucht door het invangen van fijnstof, het bevordert de biodiversiteit en maakt de verstedelijkte ruimte leefbaarder voor mens en dier. Het heeft tal van positieve effecten op de gezondheid en werkt stress verlagend.

Kortom: gemeenten moeten, meer dan tot nu toe, gaan nadenken over vergroenen van hun omgeving en hoe particulieren en bedrijven daarbij te betrekken en te motiveren hier een bijdrage aan te leveren, want veel verharde oppervlakten betreffen parkeer- en opslagterreinen en platte daken.

Waterschappen zouden moeten gaan werken aan de aanpassing van belastingsystemen, zoals een vorm van ’tegeltax’ zodat bedrijven met grote verharde oppervlakten worden gestimuleerd die te vergroenen.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 151: WATERKENNIS KAN OOK VAN OVER DE GRENS KOMEN

 

| 25-08-2018 | 09.30 uur |


 

OVER WATER – 151: WATERKENNIS KAN OOK VAN OVER DE GRENS KOMEN

 

Veel Nederlandse politici en bestuurders denken dat, als het over waterbeheer gaat, wij het goed voor elkaar hebben. Maar is dat ook zo? Of doen we graag aan borstklopperij, terwijl wij nog heel wat op kunnen steken van waterkennis en ontwikkelingen in het buitenland.

Dichtbij voor mij zijn de Zuidelijke Nederlanden, ook wel België genoemd. Handig ook, de taal is daarbij geen handicap. Het gewest Vlaanderen kent een Departement Omgeving met een website die voor een waterschapbestuurder of een gemeentebestuurder zeer leerzame informatie bevat. En voor een Nederlandse provinciale bestuurder of Tweede Kamerlid ook leerzame ideeën voor nieuwe wetgeving. Al is het maar om te beseffen dat we ook van die Zuidelijke Nederlanders misschien iets kunnen leren.

Het lezen zeker waard is een verordening ‘Hemelwater’ een “Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, INFILTRATIE- EN BUFFERVOORZIENINGEN”. Het waarom van deze verordening wordt als volgt omschreven: “Wateroverlast wordt vaak veroorzaakt doordat de riolering de plotse en massale toevloed van regenwater na een felle regenbui niet kan verwerken. Deze stedenbouwkundige verordening legt elke verbouwer een aantal maatregelen op om te voorkomen dat regenwater onmiddellijk afgevoerd wordt. Vanaf 29 september 2016 moet elk op te richten gebouw, constructie of aan te leggen verharding groter van 40 m² aan de normen van de verordening voldoen, ook als deze vrijgesteld is van stedenbouwkundige vergunningsplicht. De plaatsing van een infiltratievoorziening is dan verplicht als het goed (perceel) groter is dan 250 m².
Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water met een vertraging wordt afgevoerd. De plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. Let op: Deze verordening is geldig in het hele Vlaamse gewest. Provincies en gemeenten kunnen strengere regels afvaardigen voor hun grondgebied. Contacteer dus uw gemeente en provincie”.

De verordening ‘Hemelwater’ bevat een aantal artikelen die ook in de Nederlandse situatie heel behulpzaam kunnen zijn in de vormgeving van het waterbeheer en de aanpak van wateroverlast, droogte en hittestress.

Als voorbeeld artikel 9:

  • 1. Bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten met een totale minimale inhoud van 5 000 liter verplicht. Bij nieuwbouw of herbouw van gebouwen groter dan 100 vierkante meter, andere dan eengezinswoningen, is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten verplicht. Het volume van de hemelwaterput bedraagt minimaal 50 liter per vierkante meter horizontale dakoppervlakte, afgerond naar het hogere duizendtal, met een maximale inhoud van 10 000 liter, tenzij gemotiveerd aangetoond kan worden dat een groter nuttig hergebruik mogelijk is of zal zijn.
  • 2. De hemelwaterputten worden uitgerust met een operationele pompinstallatie en een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.

De noodoverloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening of een buffervoorziening als die aanwezig of verplicht is overeenkomstig dit besluit.

Gebouwen die volledig voorzien zijn van een groendak hoeven geen hemelwaterput te plaatsen. Delen van gebouwen die voorzien zijn van een groendak, hoeven niet aangesloten te worden op de hemelwaterput en hoeven niet in rekening gebracht te worden bij de berekening van de minimale inhoud van de regenwaterput.

Een dergelijk artikel kan ook in de Nederlandse situatie een hoop waterbeheersingsproblemen voorkomen en zelfs oplossen. Met deze verordening en vooral met dit artikel geven onze zuiderburen een richting aan, die ook in Nederland in de regelgeving gevolgd zou dienen te worden!

Maar de website van het departement omgeving geeft ook simpele handvatten over wanneer de verordening van toepassing is.

Bijvoorbeeld bij stedenbouwkundige handelingen:
Op basis van deze vraag wordt bepaald of de hemelwaterverordening van toepassing is. U kunt een of meer hokjes aankruisen.
O  – de bouw, herbouw of uitbreiding van overdekte constructies waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 m². Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier.
O  – de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 m². Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier.
O  – de aanleg van een afwatering voor de constructies of de verhardingen, vermeld bij de twee bovenstaande aankruishokjes, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde. Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier.
O  – geen van de bovenstaande mogelijkheden

Of bij het verkavelen van gronden:
Op basis van deze vraag wordt bepaald of de hemelwaterverordening van toepassing is. U kunt een of meer hokjes aankruisen.
O  – de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 m². Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier.
O  – de aanleg van een afwatering voor de verhardingen, vermeld in het bovenstaande hokje, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde. Vul addendum B25 in en voeg het als bijlage B25 bij dit formulier.
O  – geen van de bovenstaande mogelijkheden

Voor mij is de verordening ‘Hemelwater’ van het Gewest Vlaanderen een in Nederland na te volgen stukje wetgeving. Dit soort wetgeving kan een bijdrage leveren aan de steeds noodzakelijker wordende toekomstige vormgeving van het waterbeheer en de aanpak van wateroverlast, droogte en hittestress.

Nodig is een overheid die bereid is wetgeving te ontwikkelen en te implementeren en bereid is de bevolking uit te leggen dat oplossingen van hedendaagse en toekomstige problemen inspanningen en geld kosten. Kortom: ophouden met oplossingen voor ons uitschuiven en verantwoordelijkheid nu nemen. Ook als dit geld kost en het opleggen van verplichtingen noodzakelijk is. 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 140: WIE ZAL DAT BETALEN EN WINDMOLENS OP PRIMAIRE KERINGEN

 

| 09-06-2018 | 09.30 uur |


 

OVER WATER – 140: WIE ZAL DAT BETALEN EN WINDMOLENS OP PRIMAIRE KERINGEN

 

Wie zal dat betalen

Onder de kop: “geld in plaats van woorden tegen hoosbuien” was in Binnenlands Bestuur te lezen dat gemeenten, provincies en waterschappen op korte termijn geld willen zien van het kabinet om beter te kunnen optreden tegen hoosbuien. “Anders dreigen de gevolgen van de klimaatverandering vooral terecht te komen bij burgers en bedrijven.” Volgens deze lagere overheden zijn de hevige buien van de afgelopen week een ernstige voorbode van wat ons te wachten staat. Snelle maatregelen om schade door wateroverlast en langdurige droogte te voorkomen vinden zij nodig. Analyses laten zien dat als er niets wordt gedaan, we tot 2050 ruim 71 miljard euro schade tegemoet kunnen zien.

Ik ben het met de koepels van de gemeenten (VNG), de provincies (IPO en de waterschappen (UVW) eens dat haast en aanpakken nu nodig is. Maar wat let hun? De kosten komen altijd bij de burger uit. Of dat nu via de gemeentelijke belasting is of via de waterschapslasten. Betaald zal er moeten worden. Eerst naar een ander kijken, is een typisch Nederlandse manier om de verantwoordelijkheid van niets of te weinig doen op het bordje van een ander te schuiven.

Het orkest zonder naam verwoordde het al in de jaren vijftig (de herbouw jaren):

Wie zal dat betalen
Wie heeft dat besteld
Wie heeft zoveel ping ping-ping
Wie heeft zoveel geld

Er lijkt niets veranderd!

Het gaat om aanpassingen in de openbare ruimte, waardoor het water meer ruimte krijgt. Het gaat om meer groen en tijdelijke wateropslag. Bij nieuwe bouwplannen en herinrichtingen rekening gaan houden met de klimaatverandering enz. Kortom, taken waar gemeenten en waterschappen voor dienen te staan. Er is een groot maatschappelijk vraagstuk dat nu om een oplossing en aanpak vraagt. Welke overheid het werk doet en welke overheid het betaald is uiteindelijk voor de burger niet relevant. Het is altijd de burger en het bedrijfsleven die de kosten, die de overheid maakt, betaald. Waterveiligheid is bij uitstek een maatschappelijk goed en daarmee in ons land een overheidstaak. Niet lullen maar poetsen zou ik zeggen. De voorzitter van de Unie van Waterschappen vindt dat de “schop nu de grond in gaat”. Dat vind ik ook. In het besef dat uiteindelijk het de burgerij is die voor de kosten opdraait, zou ik zeggen ga aan de slag. De burger beseft heel goed dat het niet uitmaakt of hij door de hond of de kat gebeten wordt, betalen moet hij toch. Dan heeft hij er baat bij dat hij zo snel mogelijk geboden krijgt waar hij behoefte aan heeft: waterveiligheid en bescherming van zijn have en goed.

Dus ophouden met het schijngevecht over ‘wie zal dat betalen’ en aan de slag, want het werk is groot en zal vele jaren in beslag nemen. Ga aan het werk! Geen woorden maar daden! Wachten kan niet meer!

Windmolens op primaire keringen

Op donderdag 7 juni bezocht ik, op uitnodiging van Joost Pellens van Innogy, een symposium met als titel: “Samen vorm geven aan de regionale energietransitie: duurzaam, innovatief en betaalbaar.”, met een onderdeel “windturbines op primaire keringen”. In een zaal vol windmolen-enthousiasten zag ik een bijzonder sheet voorbij komen met de titel “Wat is een faalmechanisme” met zeven faalmechanismen van dijken. Er werd uitleg gegeven over de combinatie van de dijkverbetering van de Oostpolderdijk en de plaatsing van drie windmolens daarop. Als de dijkverbetering is voltooid en de molens geplaatst zijn, kan het een goede zaak zijn ter plaatse eens een werkbezoek af te leggen en alle ins en outs nader te bekijken en hoe daarmee als dijkbeheerder om te gaan.

Een aantal onderdelen van de presentatie vond ik verwarrend omdat door elkaar termen worden gebruikt als ‘op’ en ‘in’ de dijk. Ik ken locaties waar bomen op een dijk staan en toch niet in een dijk. Dat kan omdat de dijk een formeel profiel heeft en de bomen staan in een laag grond die daarop is aangebracht. Wat onderbelicht bleef zijn de beschermingszones van een dijk (voor en achter de dijk) en wat die voor kansen zouden kunnen bieden. Voor waterschappers is een windmolen op/in een dijk iets beangstigend. Geen gedonder of risico’s nemen met een dijk is het uitgangspunt voor velen. Ook voor mij. Toch moet je bereid zijn ook naar die mogelijke multifunctionaliteit te kijken.

Het symposium werd opgeluisterd door de Sandlake City Jazzband. Zes mannen die met liefde, plezier, ritme en gevoel musiceerden. Van hun muziek heb ik genoten. Wat zouden zij een mooie aanvulling zijn voor het jazzweekeinde van Bergen op Zoom of Breda.

 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 139: WATER WEBSITES VOOR SCHOLIEREN

 

| 02-06-2018 | 11.00 uur |


 

OVER WATER – 139: WATER WEBSITES VOOR SCHOLIEREN

 

De Denker van Rodin met spiegeling

De afgelopen week was wateroverlast door stortbuien bijna dagelijks in het nieuws. Ook kleine projecten in jouw omgeving kunnen een bijdrage leveren de overlast in de toekomst te beperken. Denk mee. Praat er over op school of met buurtgenoten en ga zelf op onderzoek uit naar wat er in jouw stad, dorp, buurt, straat of tuin zou kunnen. Denk mee! Als je in West-Brabant woont of studeert, ben ik altijd bereid mee te denken.

Ik onderzoekwater.nl biedt HAVO en VWO scholieren hulp bij het maken van een profielwerkstuk over water. De website geeft ideeën voor werkstukken die gaan over water. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij een waterschap, waterleidingbedrijf of gemeente. Onderwerpen zijn ingedeeld in thema’s als drinkwater, klimaatverandering, water en natuur, overstromingen. Zoek je naar een onderwerp voor een werkstuk over ‘water’ dan is dit een pracht van een website om inspiratie op te doen.

Een andere website waar scholieren ideeën op kunnen doen voor werkstukken is http://waterwindow.org/

Is een gehele school op zoek naar een lange termijn onderwerp om leerlingen te betrekken bij hun omgeving en het klimaat dan is “meet je stad” een idee uit Amersfoort mogelijk iets om na te volgen. Klimaatverandering is een thema wat aan de orde zou moeten komen bij de inrichting en gebruik van de (openbare) ruimte. De gevolgen zijn groot voor Nederland. Maar wat betekenen al die veranderingen voor je eigen omgeving? Hoe warm is het in jouw straat? En een paar straten verderop? Hoe kunnen we per wijk of buurt bepalen wat er nodig is om in de toekomst zo weinig mogelijk negatieve gevolgen van klimaatverandering te ondervinden? Is er nu soms al sprake van  wateroverlast of hittestress? Wat kan eraan, per wijk, straat of buurt gedaan worden? Mogelijk kun je samen met anderen uit de buurt of met je school in samenwerking met de gemeente voor meer groen in je wijk zorgen, zodat het water wordt opgenomen bij hevige regen en de straat koeler blijft bij hitte.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 132: BIJEN TELLEN EN WATERNIEUWTJES

 

| 14-04-2018 | 17.00 uur |


 

OVER WATER 132: BIJEN TELLEN EN WATERNIEUWTJES

 

BIJENTELLING

Volgend weekend organiseert Nederland Zoemt de eerste nationale bijentelling. Iedereen wordt opgeroepen om mee te doen aan dit landelijk onderzoek door in de eigen tuin gedurende een half uur bijen te tellen. De bijentelling wordt georganiseerd in samenwerking met EIS kenniscentrum insecten en waarneming.nl.

Het onderzoek wordt gedaan omdat het niet goed gaat met wilde bijen. Ruim de helft van de bijna 360 bijensoorten is bedreigd. Wilde bijen zijn belangrijk voor de voedselvoorziening: 80% van de eetbare gewassen is voor de bestuiving afhankelijk van bijen en andere insecten. Om de bij beter te kunnen helpen, is meer informatie nodig over waar bijen voorkomen en met hoeveel ze zijn.

Doe mee, het is eenvoudig. Eind april kunnen er zo’n 20 verschillende soorten wilde bijen, hommels en zweefvliegen in de tuin vliegen. Om deze soorten te herkennen zijn er verschillende hulpmiddelen, zoals een telformulier met zoekkaart, instructievideo en een uitgebreid bijengidsje ontwikkeld. Al deze materialen zijn te vinden op de website van Nederland Zoemt. Op deze website kunnen deelnemers in het weekend van 21 en 22 april ook direct de resultaten van hun telling invoeren en kan iedereen live de resultaten volgen.

DE NIEUWTJES VAN DEZE WEEK

De afgelopen jaren kwamen veel Chinese ‘waterwerkers’ naar Nederland om te kijken en te leren hoe het waterrijke Nederland omging en bouwde aan het waterbeheer en waterveiligheid. Ik denk dat binnen afzienbare tijd veel waterambtenaren en bestuurders van Nederlandse steden naar China op werkbezoek gaan om te zien hoe China in enkele decennia traditionele steden, waar het grootste deel van de neerslag wordt afgevoerd, ombouwt tot ‘sponssteden’ waar 70 % van de neerslag wordt vastgehouden in de bodem. In 2015 is dit project gestart in 30 steden. Het Nederlandse adviesbureau Arcadis is hierbij betrokken. Meer vocht in de bodem ontlast niet alleen de waterafvoercapaciteit maar bestrijd ook de hittestress. Voor China is de noodzaak tot aanpak van de wateroverlast evident. Naar schatting bedroeg de schade als gevolg van overstromingen in China tussen 2011 en 2014 honderd miljard dollar. In het licht van de klimaatveranderingen de grond gaan gebruiken als natuurlijke spons om overstromingen en wateroverlast te voorkomen zal ook in Nederland en Europa navolging moeten krijgen.

Amsterdam, Nijmegen en Rotterdam hebben met tal van ‘groendaken’ projecten laten zien dat dit soort projecten een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de ontlasting van het riool. De daken kunnen 32 tot 150 liter regenwater per vierkante meter bergen. Sedumdaken blijken circa 50 euro (inclusief de aanleg) per vierkante meter te kosten. De neveneffecten, buiten waterberging, zijn isolatie, vermindering hittestress, toename biodiversiteit en meer groenbeleving.   

Antwerpen is het pilootproject Tuinstraten gestart, waarbij in vijf stadsdistricten geselecteerde straten permanent gaan vergroenen en verblauwen. Het kent een combinatie van doelen: buffering en infiltratie van hemelwater en sociale elementen waarmee getracht wordt de contacten met de bewoners en tussen de bewoners te verbeteren, alsmede bewustwording. Bij een tuinstraat komt/blijft enkel verharding waar het noodzakelijk is, een karrespoor. 

Eendjes voeren lijkt misschien onschuldig. Maar algen eten mee en dat heeft een fors effect op de kwaliteit van singels en vijvers. Het gaat volgens Sven Teurlincx van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) niet om een boterhammetje hier en daar. Uit steekproeven blijkt dat er bij sommige vijvers wel zo’n acht kilo brood op een dag in het water belandt. “Dat is een hele bolderkar vol!” De gevolgen: troebel water met zoveel algen “dat je ermee kunt vingerverven”. En is het een vijver met een fonteintje? Dan adem je die algen nog in ook. Dat kan anders. Geen brood in het water en de eendjes op de kant niet zoveel voeren dat het blijft liggen voor de ratten. Meer informatie over wat eendjes voeren betekent voor de waterkwaliteit vindt u hier.

Louis van der Kallen

 


UW TUIN EN WATEROVERLAST EN HITTESTRESS/ ZOET – ZOUT

 

| 10-03-2018 | 11.00 uur |


 

UW TUIN EN WATEROVERLAST EN HITTESTRESS

 

Tuinbezitters kunnen meer doen om wateroverlast na hoosbuien of gevolgen van langdurige droogte en hitte te beperken. Soms kan dat al met kleine slimme en simpele aanpassingen aan de tuin.

Waterschappen, gemeenten, Rijksoverheid en het bedrijfsleven trekken samen op om tuinbezitters hierbij te helpen hun tuin meer klimaatbestendig te maken. Daartoe is een “Handboek voor de watervriendelijke tuin“. Het handboek is een uitgave van Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling, atelier GROENBLAUW en Tuinbranche Nederland en is mede mogelijk gemaakt door Stichting RIONED, STOWA en het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

De doelstelling van het handboek is tuincentra te helpen hun miljoenen bezoekers te informeren, inspireren en te activeren. Het bevat praktische tips over bruikbare producten en aanpassingen aan de tuin. Bijvoorbeeld: zorgen voor een gezonde bodem en voor meer schaduw, welke planten te gebruiken en hoe beter water op te vangen.

De overheden beseffen dat de problemen veroorzaakt door de klimaatveranderingen het beste aangepakt kunnen worden in samenwerking tussen overheden om tuinbezitters de handvatten aan te reiken waarmee zij aan de slag kunnen.

 

ZOET/ZOUT

 

Met het besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen om fors geld te steken in een gezonde natuur en water heeft de tongen in West-Brabant en Bergen op Zoom weer los gemaakt.

Voor het Grevelingenmeer wordt €75 miljoen ingezet om een doorlaat te maken in de Brouwersdam, zodat het water in het meer doorlopend wordt ververst waardoor de natuur zich herstelt. Dat is voor het Grevelingenmeer hard nodig. Het Grevelingenmeer is op grotere diepten dood. En het water aan de oppervlakte is van een bedroevende kwaliteit en steeds minder toeristisch aantrekkelijk. Het Grevelingenmeer is stilstaand zout water. Met de 75 miljoen van de Rijksoverheid en het extra geld van de provincies Zeeland, Zuid-Holland en enkele gemeenten gaat het zoute water ververst worden door een getijdeslag van circa 50 centimeter.

Sommigen bepleiten al jaren de terugkeer van zout water in het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem in de hoop dat de waterkwaliteit van dat systeem dan verbeterd. Het is goed te realiseren dat, als er in de Oesterdam en of Philipsdam een dergelijke doorlaat zou worden gemaakt, de eventuele getijdeslag veel kleiner zal zijn. Hierdoor kan een verzilt Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem soortgelijke problemen krijgen als nu in de Grevelingen. De gedachte dat het bij een zout Zoommeer makkelijk en goedkoop zal zijn de Binnenschelde te verzilten gaat niet geheel op. Het waterpeil van de Binnenschelde ligt bijna 1,5 meter hoger dan het Zoommeer. Alle verversing moet dan door inpompen en aflaten kunstmatig tot stand worden gebracht, een blijvende kostbare zaak. 

De gevolgen van een verzilting van het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem zijn groot. Zoetwater gebrek voor de landbouw, verzilting van de bodem tot Oudenbosch toe, waardoor veel teelten lagere opbrengsten geven.  Meer en andere corrosieve effecten op het scheepvaartverkeer op de Rijn-Schelde verbinding (ik schreef daar eerder over). De gevolgen voor Bergen op Zoom zijn ook de mogelijke zoutindringing van de bodem van de Bergse Plaat met risico’s voor de funderingen. Zoute lucht geef ook hogere onderhoudskosten aan huizen en gebouwen. Verven en metalen corroderen en verweren sneller. Op de website van Ons Water schreef ik in dit dossier al meer dan 40 artikelen.

Het is jammer dat velen geen afscheid kunnen nemen van een soort van zoute nostalgie. Nooit meer 1953 heeft geleid tot de aanleg van de dammen. Dat heeft gevolgen. De natuur past zich geleidelijk aan. De ervaren overlast is al van een volstrekt andere orde dan in 2003 toen de discussie zoet/zout startte. De fosfaat- en nitraatgehalten (de voedingstoffen van de algen) dalen al jaren. De natuur doet gratis het goede werk en er komt een moment dat de biotoop in het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem in evenwicht is. De plannenmakerij duurt al circa 15 jaar.  De onzekerheid over de verzilting van het Krammer, Volkerak-Zoommeer systeem, en als afgeleide de Binnenschelde, duurt voort en dat is meer dan vervelend. Het wordt tijd dat de overheid en de politici bij zinnen komen en de plannenmakerij afblazen als volkomen overbodig en te risicovol.

En voor de Bergenaren: Jammer dat de krabben aan onze kust zijn verdwenen. Maar we hebben er veiligheid, minder onderhoudskosten en bij vorst een mooie ijsvlakte om te schaatsen voor terug gekregen. En ook tijdens de vastenavondperiode voelen we ons echt niet minder krabben omdat ze voor onze kusten verdwenen zijn.

Omroep Brabant heeft er een filmpje over gemaakt en een artikel over geschreven.

 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 113: DE MERWEDEBRUG/ WATERMANAGEMENT CENTRUM

 

| 14-10-2017 | 09.00 uur |


 

OVER WATER – 113

 

9 oktober
Bestuurlijk overleg evaluatie Merwedebrug A27 in het gemeentehuis van Gorinchem. Hier stond de eindrapportage evaluatie crisisbeheersing Merwedebrug op de agenda. In mijn ogen een gedegen rapport wat in haar conclusies behoorlijk kritisch is. In het rapport viel mij op dat er met veel belanghebbenden is gesproken, maar dat zich onder hen geen enkele bestuurder bevond. Heel veel mensen van RWS en ambtenaren van diverse overheden en ministeries en vertegenwoordigers van belangenorganisaties maar geen enkele bestuurder. In de mooie ronde raadszaal van Gorinchem onder een groot gemeentewapen met de inspirerende spreuk “fortis creantur fortibus” (dapperen brengen dapperen voort) bespraken vooral bestuurders met de leidinggevenden van RWS de rapportage.  Ik vond het best dapper dat de vertegenwoordigers van RWS open en voor mijn gevoel eerlijk de discussie met de bestuurders aangingen. Het verbaast mij dan wel is dat de voor de hand liggende conclusies niet getrokken worden. Uit de discussie bleek dat van de 70 cruciale bruggen in het rijkswegennet er nu ruim 20 nader bekeken/doorgerekend worden.

De waterschappen proberen bij dijkversterkingen in toenemende mate rekening te houden met toekomstige klimaatontwikkelingen/scenario’s en kijken daarbij soms 100 jaar vooruit. Ik constateer dat de afgelopen tientallen jaren RWS juist geen rekening heeft gehouden met te verwachten ontwikkelingen in het verkeer. De afgelopen 50 jaar zijn vrachtwagens steeds zwaarder geworden en is er steeds vaker sprake van ‘exceptioneel’ transport over rijkswegen. Ook het scheepvaartverkeer is de afgelopen 50 jaar enorm veranderd. Grotere/bredere schepen en een toenemend motorvermogen. Het valt mij dan op dat relatief nieuwe bruggen eerder niet meer voldoen dan oude. De eerste Moerdijkbrug, gebouwd in de jaren dertig van de vorige eeuw voldoet op zijn huidige locaties (Spijkernissebrug en de Keizersveerbrug) nog steeds aan de eisen gesteld voor het huidige wegtransport. Maar die stamt dan ook uit een tijd dat ingenieurs bepalend waren en niet zuinige politici, terwijl nieuwe bruggen steeds vaker risico’s blijken op te leveren. En ook de risico’s van het scheepvaartverkeer zijn door de grotere motorvermogens lengte- en breedtegroei toegenomen. Met die ervaringen zou je verwachten dat met de bouw van nieuwe bruggen of dijkverbeteringen rekening gehouden zou worden met mogelijke toekomstscenario’s van het weg- en watertransport. Niets van dat al, men rekent en blijft vooralsnog rekenen met de huidige normen die afgestemd zijn op de huidige situatie.

Ook bij de huidige discussie over de dijkverbeteringen langs de Amertak loop ik als waterschapbestuurder hier tegen aan. De steenbestortingen zijn hier en daar beschadigd door de toename van met name het motorvermogen van de vrachtschepen. Te verwachten is dat zowel het motorvermogen als de gewenste scheepvaartklasse (door mogelijke havenontwikkelingen in Oosterhout) verder zal toenemen. Toch is een aanpassing op die mogelijke ontwikkelingen nu niet bespreekbaar. Plannen tot verbetering gaan uit van het huidige gebruik van de Amertak. Voor mij een gemiste kans.   

Tijdens de discussie kwam bij mij ook de vraag op of provinciale en gemeentelijk bruggen wel allemaal voldoen aan de eisen die het huidige verkeer stelt en wie dit controleert.

10 oktober
Bestuurlijk overleg met de gemeente Gilze en Rijen met wethouders Willem Starreveld en Aletta van der Veen. Agendapunten waren onder andere: de EVZ Boomkikker, de inrichting Lange Rekken, het programma versnelling EVZ landstad de Baronie, de wateroverlast Broekakkers, de visie klimaatadaptatie Gilze en Rijen en in de rondvraag de mogelijkheden van een fietspad langs de Gilzer/Rielsebaan.

In de avond heb ik een presentatie over het waterschap gehouden voor Sociëteit De Phoenix te Zevenbergen.

11 oktober
In de middag Bestuurscommissie Weerijs-Zuid en in de avond een thema AB over participatie à la Brabantse Delta “kansen en uitdagingen van de netwerksamenleving”.

12 oktober
Ik ben naar het symposium NEN  ‘klimaatadaptatie van praktijk tot standaard’ geweest in een gebouw van RWS in Lelystad. Voor mij WAS dat tot 12 oktober ‘heilige grond’. In dit RWS gebouw is het Watermanagementcentrum Nederland gevestigd dat het watersysteem van onze grote rivieren in de gaten houdt. In dat centrum is ook gevestigd een mooie expositie van hoe dit gebeurt. Waarom WAS? Ik had het gebouw nog geen 5 minuten betreden of ik werd door een medewerker van de beveiliging tot de ‘orde’ geroepen. Ik bleek een zondaar. Ik had zomaar de twee onderstaande foto’s genomen en dat was tot mijn verbijstering VERBODEN! Verboden te fotograferen in een gebouw betaald van mijn belastingcenten. Zonder dat iemand in staat bleek uit te leggen dat het fotograferen van de architectuur van een gebouw of een expositie (waterstaats) gevaarlijk zou zijn. Of de privacy van wie dan ook zou aantasten. Ik zou toestemming moeten vragen, maar de beveiliger bleek niet te weten bij wie? Ik heb als gezagsgetrouw persoon binnen maar geen foto’s meer gemaakt.

Of ik bij het weggaan met het buiten fotograferen van onderstaand verbodsbordje alsnog in overtreding ben weet ik niet.  Raar vind ik het wel. Een pracht van een expositie en je mag dat met foto’s niet laten zien. Noch mag je als geheugensteuntje van een tekst een foto maken. Noch staat ergens (althans ik heb het, bij mijn bezoek, niet gevonden) wie bevoegd is toestemming te geven. Voor mij is het Watermanagementcentrum Nederland geen ‘heilige grond’ meer. ‘Heilige grond’ moet in mijn visie openbaar zijn en trots uit stralen met wat er te zien en te leren is en de wijsheid die te zien is willen verspreiden en ten dienste laten zijn van een ieder die zich voor die wijsheid wil openen.    

Het symposium was ondanks de voorgaand beschreven ‘valse start’ voor mij informatief en leerzaam.  De bijdrage van een spreker namens het CROW kennisplatform liet zien dat veel van de huidige normen voor de aanleg en ouderhoud van wegen en verhardingen in het licht van de gewenste klimaatadaptatie niet meer actueel zijn, maar nog wel de maat zijn waar ontwerpers mee werken! In de discussie verzuchtte een medewerker van het ingenieursbureau Witteveen + Bos dat het tijd werd de ‘ontwerplat’ bij dijken en wegen, in het licht van de gewenste en noodzakelijke klimaatadaptatie, hoger te leggen. Een kreet naar mijn hart! In de lezingen/discussies kwamen o.a. voorbij de city deal klimaatadaptatie en het KANS Netwerk waar Breda deel vanuit maakt.  Stuk voor stuk mooie projecten die bol staan van de goede ideeën.

13 oktober
In de morgen bestuurlijk overleg Bedijkte Maas in Ravenstein. Ik verving daar de dijkgraaf. Agendapunten waren onder andere: de actualisering van de gebiedsvisie Bedijkte Maas en de lange termijn ambitie Bedijkte Maas.

In de middag een overleg met vertegenwoordigers van de Stichting Beleef de Keenesluis.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 112: HET KLIMAAT EN DE STRESSTEST

 

| 07-10-2017 | 12.00 uur |


 

OVER WATER – 112

 

2 oktober
In de avond de eerste ‘Steenweg sessie’ van de Unie over een aantal actuele onderwerpen waarover met behulp van stellingen werd gesproken. Eerst was er een korte lezing van Leo Meyer van  ClimateContact-Consultancy (CC-C). Voor het eerst een klimaatdeskundige, die met een maximale zeewaterstijging met 20 meter ruim over de gebruikelijke 6 meter ging voor de komende honderden jaren. Hij stelde ook dat  ‘boven de 5 meter voor Nederland die niet meer houdbaar zou zijn’. Een stelling ging over ’tegeltax’. Circa driekwart van de aanwezigen zagen de invoering van een ’tegeltax’ niet zitten. Zij denken dat afkoppelen belonen middels een subsidie beter werkt. Voor mij laat dit zien dat door de intrede van ‘politici’ in het waterschapsbestuur het adagium: de vervuiler betaalt, verlaten is. Ik ben nadrukkelijk wel voor de invoering van een vorm van ’tegeltax’ omdat de uit te keren subsidies niet gratis zijn, maar opgebracht moeten worden door de belastingbetalers. Inclusief diegenen die het probleem niet veroorzaken!

Recent verscheen een artikel in Binnenlandsbestuur met de titel: Te politieke waterschappen hinderen aanpak wateroverlast. Een citaat uit het artikel wil ik de lezer niet onthouden: universitair docent en BDO-adviseur Koen van den Oever: “Vooral bij sterk uiteenlopende belangen groeit de kans op het achterhouden van informatie en redeneren vanuit eigen belang(en) en partijvorming.” Koen van den Oever pleit in zijn proefschrift voor meer rationaliteit binnen de strategische besluitvorming van waterschappen. Meer rationaliteit in het strategische besluitvormingsproces helpt de waterschappen om met innovatieve oplossingen te komen om aan de veranderende omgeving te voldoen, aldus van den Oever. 

Met de stelling: een stresstest is hard nodig, omdat gemeenten het probleem onderschatten, was circa 90 % het eens omdat het een gemeente zou helpen draagvlak te krijgen bij colleges en bewoners. Voor draagvlak is wat mij betreft een stresstest niet nodig. Overheden moeten bereid zijn ook zonder draagvlak die maatregelen te nemen die nodig zijn om overstromingen, wateroverlast en vermijdbare sterfgevallen door hittestress te voorkomen. Niet-in-mijn-achtertuin-gedrag mag wat mij betreft nooit in de weg staan van noodzakelijk overheidshandelen. 

3 oktober
In de morgen DB vergadering met als agendapunten onder andere: programmering STUW-opgaven (overeenkomst met de provincie inzake uitvoering en financiering van watermaatregelen), strategie slibeindverwerking SNB, projectplan EVZ Laakse Vaart, diverse grondaankopen, ambitie en strategie waterkwaliteit, projectplan waterkwaliteit Kleine Melanen, de overdracht van rioolgemalen tussen Breda en waterschap en herziening leggerboek.

In de middag PHO’s over een waterkering bij uitbreiding van de haven in Raamsdonksveer, over Pukkemuk en ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Gilze en Rijen.

In de avond de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met op de agenda onder andere een gesprek met de dijkgraaf over de werkzaamheden van de werkgroep en zijn mogelijke rol daarin en het opstellen van een werkagenda voor 2018.

4 oktober
In het buitengebied van Udenhout een sessie met belangengroepen en wethouders van de gemeenten Loon op Zand en Tilburg over de mogelijke ontwikkelrichtingen van het toekomstige landschapspark Pauwels.

5 oktober
Bestuurlijk overleg met de gemeente Geertruidenberg over de mogelijke uitbreiding van de jachthaven op de oostelijke Dongeoever in relatie met de waterkering.

6 oktober
Het symposium “waterluis in de otterpels” over rekenkamer(commissies) in de waterschapswereld. Ik was te gast bij het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Met diverse sprekers waaronder Jacques Wallage, voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 101: TEGELTAKS

 

| 20-07-2017 | 11.30 uur |


 

OVER WATER – 101

 

TEGELTAKS
De fusie gemeente Altena, die 1 januari 2019 gevormd gaat worden door samenvoeging van de huidige gemeenten Aalburg, Woudrichem en Werkendam, maakt nu al wat tongen los met het vooruitzicht dat elke tuinbezitter die kiest voor tegels in plaats van planten dat in zijn portemonnee gaat voelen. Deze maatregel past helemaal in het bewustwordingsproces dat nodig is om de steeds vaker wateroverlast gevende hoosbuien middels een optimaal gebruik van grond en riolering te kunnen verwerken. De overheden kunnen het niet oplossen zonder de burger! De burger is echt aan zet en elke burger kan zelf een steentje bij dragen. Of eigenlijk juist minder steentjes! De burger is met zijn bebouwing- en verhardingsdrang immers zelf een belangrijke veroorzaker van het wateroverlast probleem. 

In januari 2017 is verschenen “Het nut van stedelijk waterbeheer” met als subtitel “Monitor gemeentelijke watertaken 2016”, een uitgave van de stichting RIONED. Hierin was te lezen dat steeds meer gemeenten hun inwoners gaan verplichten om regenwater op het eigen terrein te houden en niet op de riolering te lozen. Nu doen in Nederland al ruim 30 gemeenten dit. Steeds vaker worden de maatregelen genomen na ernstige wateroverlast door overvloedige regenval die tot grote schades hebben geleid. Sommige gemeenten gebruiken de modelverordening van de VNG en die gaat best ver. Wie niet meewerkt aan het afkoppelen van de regenpijp kan dan te maken krijgen met drie maanden cel of een boete van € 4.050,–. De verplichting tot afkoppelen geldt dan vaak voor aangewezen gebieden. In de praktijk lozen vrijwel alle huis- en perceeleigenaren het overtollige regenwater van hun perceel op de riolering. Dit terwijl zij sinds 2009 in principe zelf verantwoordelijk zijn om het regenwater op eigen terrein te verwerken. Dit blijkt een wettelijke verplichting, waar de meeste huiseigenaren zich niet van bewust zijn. Soms is verwerken/bergen op het perceel niet mogelijk of moeilijk, denk aan binnensteden of geheel bebouwde percelen. Toch zal men er rekening mee moeten gaan houden dat in de toekomst ook zij hun regenwaterprobleem meer zelf op moeten gaan lossen. Zeker als zij aantoonbaar medeveroorzaker zijn van wateroverlast in lager gelegen percelen/straten of wijken. De nu voorgestelde ’tegeltaks’ is een mogelijk alternatief, dat uitwerking verdient. Inclusief ontheffingenbepalingen voor burgers die op hun eigen perceel een adequate ‘waterberging’ realiseren.

Oplossen of betalen voor de extra belasting van het riool, zoals de toekomstige gemeente Altena, nu voorstelt kan wel eens de toekomst worden. De meeste huiseigenaren kunnen zelf maatregelen treffen om de wateroverlast, deels afkomstig van hun perceel, tegen te gaan bijvoorbeeld door het plaatsen van een regenton. Tuincentra en loodgieters varen er wel bij. Zaken als de Praxis en de Gamma zien dan ook in 2016 forse omzetstijgingen van regentonnen, waterreservoirs, enzovoorts. Ook kunnen eigenaren van bebouwingen zelf meer structurele maatregelen nemen, zoals door het lager dan het huis aanleggen van opritten en terrassen, zodat zij kunnen dienen als tijdelijke waterberging bij extreme regenval. Ook de aanleg van groen in de tuin in plaats van verharde oppervlakken of het aanleggen van een grindbed of drainagekuil kunnen een forse bijdrage leveren aan de beperking van wateroverlast.

Een welkome gast op Bouvigne: een Nijlganzen familie.

18 juni
DB met als agendapunten onder andere: de werkwijze kredietvotering investeringen, energiestrategie West-Brabant, een aanvullend voorbereidingskrediet actieplan veiligheid en een voorstel tot kredietverlaging Westelijke Langstraat. Het krediet uit 2006 wordt opgesplitst en deels afgesloten (de voorbereidingsfase) en een nieuw krediet geopend (realisatiefase) waarbij 2.100.000 euro vrijvalt. Een forse besparing mede als gevolg van de vorige week getekende samenwerkingsovereenkomst Westelijke Langstraat tussen de provincie Noord-Brabant, het waterschap Brabantse Delta, de gemeente Waalwijk en Staatsbosbeheer, en de ondertekening van de realisatieovereenkomst aanpassing waterhuishouding Waalwijk tussen de provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta. Ik ben blij dat ik als portefeuillehouder hierbij, zowel in de vorige bestuursperiode als in deze, een rol heb mogen spelen bij het totstandkomen van deze besparing. Hier past mijn dank aan alle betrokkenen. 

20 juni
Een gesprek met iemand die voor de gemeente Bergen op Zoom  een notitie schrijft over ‘groene daken’.

Louis van der Kallen